Pleister
Geplaatst op 2 april 2024 door Marjon KuipersMisschien is het gewaagd om op Wereld Autisme Dag een blog te schrijven over autisme en de relatie met trauma. Niet iedereen staat te springen om de meest recente kennis en ontwikkelingen rond trauma tot zich te nemen.
In ons streven om menselijk gedrag te begrijpen, kijken we naar symptomen en het gedrag dat zichtbaar is: de duidelijke tekenen die de deskundigen proberen te categoriseren en classificeren. Hiervoor is de DSM ontworpen, een handboek dat helpt gedragingen en patronen te ordenen. Maar zijn we niet vaak geneigd om snel te classificeren? Is het niet de hoogste tijd om anders te gaan kijken naar gedrag?
Gedrag = taal. Uit vele onderzoeken blijkt dat ingrijpende jeugdervaringen (Adverse Childhood Experiences, ACEs), trauma’s dus, van zowel ouders als kinderen invloed hebben op de breinontwikkeling en sterk kunnen doorwerken in de mentale, gedragsmatige en fysieke gezondheid. Waarbij gedrag vaak het enige waarneembare is en waar ook de omgeving en de persoon zelf vaak het meeste last van heeft. Overigens kan een trauma op ieder moment in iemands leven ontstaan. Dit kan door heftige gebeurtenissen maar ook door de soms jarenlange stapeling van kleine gebeurtenissen die voor de betreffende persoon de grens van veiligheid en geborgenheid overschrijden. Zeker als er sprake is van een diagnose zijn er niet zelden botsingen met de omgeving, zoals op school, thuis, met vrienden en in de maatschappij en is er vaak sprake van stapeling van trauma.
Als we vanuit gedragsanalyse kijken dan komt gedrag dus niet zomaar uit de lucht vallen. Gedrag wat niet passend is in de context kan gezien worden als overlevingsgedrag. De persoon doet eigenlijk precies wat deze (onbewust) moet doen. Los van of het acceptabel of wenselijk is. Onze vraag is ook altijd; wat is er in jouw leven geweest of nog gaande waardoor je niet anders kunt dan dit gedrag te laten zien. Niet dat daar altijd een antwoord op is. Als er voorvallen zijn geweest in de periode van taal-spraakontwikkeling, zijn de herinneringen niet cognitief op te halen. Let wel, het ervaren van een trauma is subjectief. Wat voor de een iets onbeduidend is, kan voor de ander zoveel impact hebben dat het functioneren ernstig belemmerd wordt.
Natuurlijk is er nog veel onderzoek nodig over de relatie tussen DSM classificaties en trauma. Is vroegkinderlijk trauma een van oorzaken voor het krijgen van een diagnose of misschien wel de oorzaak? Van het hele werkveld is bereidheid nodig om verder te kijken dan wat we nu weten over diagnostiek. Er is bijna niets zo ingewikkeld als (het duiden van) menselijk gedrag. Ook veranderen de inzichten over wat er aan de hand is nog al eens.
De term “minimal brain damage” (MBD) of “minimale hersenbeschadiging” werd bijvoorbeeld in het midden van de vorige eeuw gebruikt voor kinderen die symptomen van leer- en gedragsproblemen vertoonden zonder een duidelijke oorzaak. Men geloofde dat deze problemen het gevolg waren van subtiele schade aan de hersenen, mogelijk veroorzaakt door complicaties tijdens de zwangerschap, de geboorte of in de vroege kindertijd. Het was een vrij brede en vage term die gebruikt werd voor een scala aan neurologische en gedragsmatige symptomen waarvoor geen specifieke diagnose kon worden gesteld vanuit de toenmalige medische kennis. Pas veel later werd autisme als een aparte diagnose algemeen erkend.
Want wat als over een aantal jaren gaat blijken dat de classificatie een pleister blijkt te zijn over de wond van trauma? Misschien krijgen we het antwoord nu nog niet. Maar gezien de geschiedenis van de duiding van stoornissen en vele internationale ontwikkelingen op het gebied van menselijk gedrag en trauma zou het goed zijn wat ruimte te laten voor nieuwe inzichten.
Kijken en handelen vanuit trauma doet niemand kwaad. Het gaat om onvoorwaardelijkheid, vriendelijkheid, veiligheid, verbinding en vertrouwen. Accepteren van iemands autonomie, wensen en verlangens. Het herkennen van gedrag als taal. Helaas staat dit vaak haaks op de bejegening bij autisme waarbij toch maar al te vaak, zeker bij jonge kinderen, een gedragsverandering wordt afgedwongen door bijvoorbeeld strakke structuren, prikkelarme omgeving en straffen of belonen.
Mijn boodschap gaat niet over het afwijzen van classificaties en diagnoses. De kern van mijn boodschap ligt in de oproep tot bewustwording van de dynamische en voortdurende ontwikkeling van de menselijke geest. Zie het als een reflectie op de huidige manier van handelen in de (Jeugd) GGZ. In plaats van te focussen op ‘gelijk hebben’, zouden we onze inspanningen kunnen richten op een vorm van bejegening die de waardigheid en eigenheid van iedere persoon respecteert. Een bejegening die kijkt naar de hele mens achter de diagnose en die erkent dat ieder van ons een veilige plek verdient om te ontwikkelen, te leren en te helen. Ik denk dat we er met z’n allen beter van worden en misschien is dat dan wel “De kunst van het evenwicht”, het thema van deze #AutismeWeek.