Mijn naam is Romano Sandee, ik ben 35 jaar en ik heb autisme. Na mijn diagnose begreep ik beter waar de verschillende klachten rondom prikkels vandaan kwamen. Maar dat betekende ook dat ik mijn vrije tijd echt moest gaan plannen. Niet ad-hoc ergens naar toe en vervolgens na 1,5 tot 2 uur allerlei klachten ervaren, maar weloverwogen kiezen voor de juiste balans. Maar aan de andere kant: ik vind het heerlijk om te leren in musea, ik vind het fijn om in een dierentuin te zijn en te zien hoe dieren zich gedragen of ik stap graag in een achtbaan om niet continu één te zijn met mijn gedachten in mijn hoofd. Maar al deze plekken kennen ook zijn uitdagingen, vol met prikkels. Hoe ga ik daar een balans in vinden?
Hoewel je met de Autipas bijvoorbeeld wel bij een aantal (met name) pretparken toegang krijgt tot attracties via de uitgang die doorgaans prikkelarm zijn ingericht, maar het zegt helaas nog niet zoveel dan over de te verwachten prikkels en hoe ik dit goed in mijn week kan plannen. Ik merkte ook op dat er eigenlijk niet een plek is online waar dergelijke informatie vermeld staat. Naar welke plek je wel goed kan of juist niet goed kan. In mijn voorbereiding tot bezoeken moest ik dan ook contact opnemen met locaties, mij prikkelgevoeligheden uitleggen en uitvragen wat ik kan verwachten. In de praktijk bleek dat locaties het ofwel niet wisten, ofwel de informatie voorafgaand niet goed overeenstemde met de eigen ervaring. Ook op websites hebben veel locaties wel een pagina over “toegankelijkheid”, maar is vaak beperkt tot fysieke toegankelijkheid en minder goed ten aanzien van prikkelgevoeligheid.
Daarom besloot ik over mijn uitjes op een bestaande blog eerst mijn ervaringen te delen, maar al snel besefte ik dat ik dan niet meer goed de orde en overzicht kon houden met alles wat in Nederland en België aangeboden word. Ik besloot daarom een op zichzelf staande website: Uit met Autisme, welke inmiddels al verschillende onderdelen heeft die ook interessant kunnen zijn voor jullie cliënten, maar eigenlijk wel voor iedereen die overgevoelig is voor prikkels.
De website kent momenteel de volgende onderdelen:
Reviews Dit zijn op dit moment vooral reviews van mijn kant. Deze worden beoordeeld met groen, oranje en rood, ofwel: prikkelarm, aanwezige prikkels en overprikkelend. Mensen kunnen op deze manier het ook zien op de website, alsmede via de geografische ligging.
Prikkelarme Uit Agenda Locaties die een evenement houden met aangepaste voorzieningen, kunnen een prikkelarm evenement insturen.
Deelname Testpanel Doordat ik locaties bevraag over hun faciliteiten en prikkels, komt steeds vaker ook de vraag/opmerking in het kort “Wij weten het eigenlijk niet goed, maar je mag wel langs komen om ons feedback te geven.”. Hiervoor heb ik het testpanel in het leven geroepen, want een mening van mij alleen, is een individuele mening. Het zou fijn zijn als we Nederland wat autisme-vriendelijker kunnen laten worden op de volle breedte van het spectrum. Mensen met autisme kunnen zich aanmelden. Locaties worden bezocht met maximaal 5 mensen en stellen hiervoor vrijkaarten ter beschikking.
Faciliteiten locaties De faciliteiten die bekend zijn van de locaties, worden hier weergeven. Daarnaast worden hier, waar ook kan zo goed mogelijk de symbolen geplaatst van de mogelijke prikkels.
Informatie Via het kopje “Over Uit met Autisme” op de de website staat informatie voor zowel locaties als voor mensen met autisme. Daarbij is de pagina “Hulpmiddelen en tools” in ontwikkeling met digitale / uit te printen hulpmiddelen bij uitgaan/overnachten. Zo heb ik de Boardingskaart ontwikkeld voor het inchecken bij hotels. Achter de schermen ben ik nog bezig met een groot achtergrondartikel over vergoedingen van tastbare hulpmiddelen. Ik hoop deze volgende maand online te hebben, maar ik ben nog in afwachting van een standpuntbepaling van de belastingdienst en het UWV. Alle WMO loketten van Nederland heb ik namelijk zo’n beetje al een antwoord van ontvangen, eveneens van de meeste grote zorgverzekeraars. Dus het is interessant om het in de gaten te houden.
Al met al doe ik dit geheel vrijwillig en op eigen kosten. Maar wel vanuit mijn ideaal dat het ook voor mensen die prikkelgevoelig zijn, het mogelijk moet zijn om in hun planning uit te kunnen gaan. Ik zou het dan ook kunnen waarderen als deze informatie ook verder verspreid word, al dan niet via de eigen psycho-educatie.
Mochten er nog vragen of iets dergelijks zijn, dan hoor ik dit graag.
Reacties uitgeschakeld voor Dr. Gabor Maté komt naar Nederland
Zou je op 12 september 2024 graag bij de avond met Dr. Gabor Maté willen zijn, maar kun je geen tickets meer kopen omdat deze zijn uitverkocht?
Schrijf je dan in voor een van de TraumaTrainingen in 2024. Wij verloten 2 kaarten in vak 1, rij 5. Als je drie keer kans wilt maken op een kaartje, schrijf je dan meteen in voor level 1, 2 en 3. De data voor deze trainingen worden binnenkort bekendgemaakt, dus blijf onze vernieuwde website (www.traumatrainingen.nl) in de gaten houden.
Een interessante discussie op de vroege zondagochtend op Linked-In over het wel en wee van borstvoeding voor de baby en voor de moeder. Er werd in mijn optiek door Karianne van Vliet goed uitgelegd hoe de wens tot borstvoeding een traumatische ervaring kan zijn met soms langdurige effecten. “Hoewel discussie… In mijn optiek waren het vooral vanuit de DSM-V criteria bewakers vrij stellige reacties. Niet in de heilige DSM V– dan geen trauma, zeker niet als je onder de 6 bent.
Ik heb de GGZ standaard[1] met criteria die van toepassing zijn op volwassenen, adolescenten en kinderen ouder dan 6 jaar er maar eens bij gepakt. Het is nogal een opsomming. En staan de jouwe er niet precies bij of ben je onder de 6, wat dan? Nou begrijp ik heus wel dat je ergens moet beginnen met duiden. Jammer genoeg wordt vaak vergeten dat de DSM-V een hulpmiddel is dat wat orde probeert te schapen in de chaos van symptomen die kunnen ontstaan als het allemaal niet zo lekker gaat. DSM-classificaties zijn als een soort handleiding voor psychische problemen. Ze helpen professionals om over dezelfde dingen te praten en onderzoek te doen. Een DSM-classificatie is dan nuttig, maar zegt niet zo veel als het gaat om het individu.
En hoe helpen die lijsten met symptomen dan individueel bij herstel? Het woord symtomen is afgeleid van het Griekse “symptoma” en wordt algemeen gebruikt in de medische en psychologische wereld om te verwijzen naar waarneembare uitingen die kunnen wijzen op een bepaalde ziekte, aandoening, onderliggende conditie of stoornis. Symptomen gaan in die context dus over wat er “mis” is.
Wat als de ‘symptomen’, in plaats van een lijst van gebreken, eigenlijk puur overlevingsgedragingen zijn? Wat als ze de beste en dapperste inspanningen zijn van onze hersenen en ons lichaam om ons in leven te houden tijdens en na (subjectieve) levensbedreigende situaties? Wat als het aanpassingen zijn, zowel in het moment van trauma alsnog jaren daarna, om ons te helpen veilig te blijven? Wat als de symptomen maar blijven en blijven verschijnen omdat ons lichaam en hersenen in al hun wijsheid voor de zekerheid maar blijven en blijven anticiperen op een eerder ervaren gevaar.
Wat als we symptomen beschouwen als een basale reactie op onveiligheid? Dan is er toch iets heel anders nodig dan het bestrijden van deze symptomen? Dan komen we toch uit bij het bieden van veiligheid. Want dat is er nodig bij trauma. Trauma gaat over gevaar, over een (subjectieve) doodsnood en ja, dat kan een baby ervaren als er geen voeding is, of als voeden gepaard gaat met veel stress. En ja, stress van de moeder en ook vader heeft effect op het kind en staat ook voor onveiligheid. Vanuit de ouders vaak ongewild en onbedoeld.
Het is pijnlijk om ervaringen die voor een individu hoe klein ook, bedreigend en beangstigend zijn of zijn geweest af te doen met “het staat niet vermeld in de DSM-V criteria of het is niet iets heel groots dus het telt niet” of in het ander uiterste dan maar een diagnose te stellen. Better safe than sorry!
Misschien ligt het antwoord meer in het serieus nemen en accepteren van symptomen als logische signalen en boodschappers dat er ergens in het leven onveiligheid is ervaren. Wat maakt het dan zo moeilijk om trauma en de effecten daarvan te snappen? Hoe zou het zijn te luisteren naar de symptomen en van mens tot mens te bieden dat wat voor de ander nodig is om weer veiligheid in het lijf, hoofd en hart te kunnen voelen?
Ah, look at all the lonely people Ah, look at all the lonely people – The Beatles
Als baby voelen we instinctief een sterke band met onze moeder, op voorwaarde dat onze start in deze wereld min of meer vrij is van trauma. Naarmate we ouder worden, vervliegt dit gevoel van diepe verbondenheid vaak. Zelfs als we omringd zijn door andere mensen kunnen we ons erg alleen voelen. Volgens de Amerikaanse auteur Teal Swan[1] zijn er drie veroorzakers van eenzaamheid, namelijk fragmentatie, schaamte en angst.
De eerste veroorzaker van eenzaamheid is een disconnectie van jezelf door fragmentatie. Dat betekent dat we delen van onszelf afwijzen en andere delen overdreven benadrukken om goedkeuring van onze ouders te krijgen. Dit gebeurt vaak al op heel jonge leeftijd. We leren van onze ouders wat wel en niet acceptabel is in het gezin of binnen onze cultuur.
Enkele voorbeelden van fragmentatie zijn:
Creativiteit wordt afgewezen: Stel je voor dat je als kind heel creatief was, maar je ouders waardeerden alleen goede cijfers op school. Om hun goedkeuring te krijgen, onderdrukte je je creatieve kant en richtte je je op school. Zo ontstaat er een splitsing tussen wie je echt bent en wie je denkt te moeten zijn.
Angst voor afwijzing: Als je als kind herhaaldelijk hoort dat je “lastig” bent of dat je ongewenst gedrag vertoont, kun je bepaalde delen van jezelf onderdrukken om afwijzing te voorkomen.
Perfectionisme en onrealistische verwachtingen: Als je bent opgegroeid in een gezin waar perfectie werd geëist, zul je als volwassene misschien nooit tevreden zijn over je prestaties. Dit kan leiden tot een zelfbeeld waarbij zelfkritiek overheerst.
Wat is liefde eigenlijk? Het is datgene waar de meesten van ons naar verlangen, maar wat houdt het precies in? Vaak verwarren we liefde met goedkeuring. Goedkeuring heeft wel iets weg van liefde, omdat we met goedkeuring mensen naar ons toe trekken, waardoor we onszelf beter kunnen accepteren. Een gevoel van liefde zorgt voor eenheid en het brengt je dus dichterbij. Daar tegenover staat angst. Angst drijft iets van je weg, creëert afstand. Angst leidt tot de loskoppeling en creëert een gevoel van eenzaamheid. Eigenlijk is het heel simpel. Als je pijn voelt, betekent dit meestal dat je je losgekoppeld voelt van iets. Als je geluk voelt, betekent dit dat je je verbonden voelt met iets. Mensen leven dan ook volgens twee basisbewegingen: iets naar je toe trekken of van je afduwen. Wanneer we iets vertederends zien, activeert dit een instinctieve reactie om het dichterbij te halen. Maar als we iets bedreigends zien, roept dit een instinctieve reactie op om het van ons af te duwen.
Schaamte is de tweede veroorzaker van eenzaamheid. Schaamte is best een ingewikkeld onderdeel van sociaal gedrag. Dit komt doordat veel mensen denken dat schaamte alleen een emotionele en mentale reactie is op momenten waarop we onszelf ondermijnen, negatieve overtuigingen of gedachten hebben. Maar in werkelijkheid is schaamte veel primitiever en destructiever omdat het leidt tot fragmentatie. Laten we schaamte vergelijken met een zeeanemoon. Stel je voor dat je een zeeanemoon aanraakt, dan trekt deze zich meteen samen. Dit is een instinctieve reactie die gebeurt zonder dat de zeeanemoon erover hoeft na te denken. Deze instinctieve reactie is vergelijkbaar met onze vluchtrespons. Schaamte is ook een primitieve reactie, net als onze vluchtrespons. Dit geldt overigens ook voor liefde en angst. Liefde is de instinctieve reactie om iets dichterbij jezelf te halen. Angst is de instinctieve reactie om iets van je weg te duwen. Schaamte daarentegen is de instinctieve reactie om jezelf van jezelf los te koppelen door fragmentatie. Schaamte creëert dus interne verdeeldheid. Een schaamtereactie gaat gepaard met specifieke fysieke sensaties. Het meest voorkomende gevoel dat geassocieerd wordt met schaamte is pijn in de borst of rond het hart. Je nek en wangen kunnen rood worden, en je kunt het gevoel hebben dat je kleiner wordt met de neiging om jezelf te verstoppen of terug te trekken.
Schaamte ontstaat op een leeftijd waarop we nog niet bezig zijn met onszelf. We zijn simpelweg te jong voor zulke gedachten. In plaats daarvan reageren we instinctief op onszelf op basis van hoe anderen op ons reageren. Dit vormt de basis waarop gedachten over onszelf worden opgebouwd. Wanneer onze ouders dingen deden zoals ons met afkeer aankijken, ons negeren of bekritiseren, leerden we dat de wereld onveilig is. Maar misschien nog belangrijker is de conclusie die we over onszelf trokken. Als we iemand nodig hebben en merken dat die persoon niet bij ons wil zijn, voelen we ons ongewenst. Deze perceptie, die op een instinctief niveau plaatsvindt, zorgt ervoor dat we onszelf emotioneel van anderen afduwen. Kortom, als ik ongewenst ben, moet ik mezelf afwijzen. Even een vergelijking: je zou niet weten hoe je er fysiek uitziet zonder je badkamerspiegel. Mensen in onze externe wereld fungeren als een gigantische spiegel voor ons. Wanneer iemand zegt: “Waarom ben je altijd zo boos?” ga je jezelf beschouwen als een boos persoon. Als mensen naar je kijken alsof er iets mis met je is, ga je jezelf als defect beschouwen. Als iemand je vertelt dat je mooi bent, ga je jezelf als mooi beschouwen. Als kind stellen we de nauwkeurigheid van de spiegel niet ter discussie. In plaats daarvan geloven we de spiegel. Op deze manier begint de schaamte al op heel jonge leeftijd. Gevoelens waarmee we schaamte associëren, zoals onzichtbaarheid of verlegenheid, zijn secundaire reacties die volgen op schaamte. Vanaf het moment dat we peuter zijn, beginnen we ons cognitieve zelfbeeld op te bouwen. We beginnen te denken “er is echt iets mis met mij” en voelen dan steeds meer afkeer voor onszelf. Schaamte is helaas moeilijk ongedaan te maken omdat het is gecodeerd in onze primitieve leercentra, net zoals de andere instinctieve reacties, zoals het vecht-of-vluchtmechanisme.
Als we één ding waarderen, veroordelen we vaak het tegenovergestelde. Bijvoorbeeld, zelfopoffering kan een sociale waarde zijn en egoïsme wordt veroordeeld. We beschouwen het ene als goed en het andere als slecht. Om de sociale orde te handhaven, socialiseren we kinderen door hen te leren zich te gedragen op een manier die aanvaardbaar is voor de samenleving waarin we leven. We brengen kinderen onze sociale en culturele waarden bij en belonen hen wanneer ze zich eraan houden. Maar als ze gedrag vertonen dat in strijd is met onze sociale en culturele waarden, straffen we hen. Dus als kind hebben we, om te overleven in de samenleving en een kans te maken op goedkeuring, slechts één optie: de waarden van de samenleving overnemen. Mensen die regelmatig worstelen met schaamte werden vroeger waarschijnlijk structureel gestraft door volwassenen die ofwel opzettelijk of onopzettelijk een directe link legden tussen iets verkeerds doen en slecht zijn. Bijvoorbeeld, een kind dat een koekje van het aanrecht steelt, kreeg te horen: “Stout kind”. Voor de duidelijkheid: schaamte gaat over slecht zijn en schuldgevoel gaat over iets verkeerds doen. Er zijn situaties waarin schaamte een permanent gevoel wordt. Als je diepe eenzaamheid ervaart, het soort dat niet verdwijnt wanneer er andere mensen in de buurt zijn, dan is schaamte een permanent gevoel geworden. We voelen onszelf dan voortdurend ontoereikend, onwaardig en gewoon niet goed genoeg. Schaamte wordt dan de basis van een laag zelfbeeld, omdat we nooit kunnen voldoen aan de (gepercipieerde) normen die voor ons zijn vastgesteld.
De derde veroorzaker van eenzaamheid is angst. Maar wat heeft angst te maken met eenzaamheid en verbinding? Angst is bedoeld om iets of iemand van je weg te duwen. Hoe angstiger we zijn, hoe eenzamer we ons voelen. Om dit te visualiseren, stel je voor dat je in het midden van een cirkel staat met een groep mensen. Zie jezelf angst voelen voor deze mensen in de cirkel waardoor je ze gaat wegduwen. Wanneer je dit doet, eindigen uiteindelijk alle anderen buiten de cirkel en ben je de enige binnen de cirkel… alleen. Stel je nu hetzelfde scenario voor, maar deze keer veroorzaakt je angst dat je iedereen wilt vermijden. Als je dit doet, bevinden alle anderen zich nog steeds binnen de cirkel en ben je nu buiten de cirkel… alleen. Zo creëert angst eenzaamheid.
Zelfs als we opgroeien in een liefdevolle omgeving, ontwikkelen we angst. Iedere moeder heeft wel eens tegen haar kind gezegd: “Wees voorzichtig”. Als een kind de peuterfase bereikt, zeggen moeders dit vaak vele malen per dag. Wat in haar stem doorklinkt, is de boodschap: “De wereld is gevaarlijk”. Maar eigenlijk zegt ze: “Als er iets ergs met jou gebeurt, kan ik daar niet mee omgaan.” We hebben de angst van onze moeders overgenomen, of we ons er nu bewust van waren of niet. Hetzelfde geldt voor onze vaders en andere belangrijke mensen in ons leven. Angst kan worden gedefinieerd als een reactie op een waargenomen dreiging voor mogelijk lijden, schade of letsel op fysiek, mentaal of emotioneel niveau. Interessant is dat het er niet toe doet of de dreiging werkelijk een dreiging voor ons is of niet. Waar het om gaat, is of we het als een dreiging waarnemen. Angst is iets dat primair is, net als schaamte. Als we angst voelen, denken we dat we onveilig zijn. Bijvoorbeeld, als een deel van ons boos is en we hebben geleerd dat boosheid ervoor zorgt dat we door anderen worden afgewezen, dan zullen we ons niet veilig voelen om boosheid als een deel van onszelf te omarmen. Andere mensen kunnen zeggen: “Er is niets mis met boosheid”, maar als je vroegere ervaring je heeft geleerd dat er wel iets mis is met boosheid en dat het grote gevolgen heeft, zul je bang blijven voor die emotie.
Mensen hebben vier primaire angsten als het gaat om relaties. namelijk:
Verlating
Afwijzing of afkeuring
Gevangen zitten in pijn
Verlies van zichzelf
Verlatingsangst is het verbreken van verbinding en leidt tot eenzaamheid. Wanneer we ons afgewezen of afgekeurd voelen, voelen we ons ook alleen. Soms voelen we dat we, vanwege bepaalde omstandigheden of zelfs misschien door onze eigen behoeften, niet in staat zijn om weg te komen van iemand die ons mentaal, emotioneel of fysiek pijn doet. In dat geval zitten we vast in pijn en dat voelt ook eenzaam. Het verlies van zichzelf is wanneer we het gevoel hebben volledig opgeslokt te worden door onze partner in plaats van de soort verbinding die we graag zouden willen. Als we aan de drie natuurwetten denken: eet het mij, kan ik het eten of kan ik ermee voortplanten voelt deze laatste angst als opgegeten worden.
Je kunt de angst wellicht overstijgen door te accepteren dat angst nooit zal verdwijnen. Je zult nooit een leven leiden zonder angst. Er bestaat niet zoiets als angstloosheid. Hoewel we verschillende gradaties van angst ervaren, zolang je op deze planeet bent en groeit en jezelf ontwikkelt door nieuwe risico’s te nemen en je verlangens te volgen, zal er angst zijn. We proberen het misschien voor elkaar te verbergen, maar dat betekent niet dat het er niet is. Stel jezelf nu deze grote vraag: “Hoe zou mijn leven anders zijn en wat zou ik anders kunnen doen met mijn tijd en energie als ik gewoon accepteerde dat ik een levenslange relatie met angst heb?”
Veel mensen zijn bang voor emoties, zoals angst. De meeste adviezen over opvoeden richten zich op hoe je ongewenst gedrag kunt corrigeren en ze negeren daarbij de gevoelens en behoeften van het kind. Het doel van opvoeden is nog steeds om een gehoorzaam kind te hebben, niet om een gezonde volwassene groot te brengen. Met andere woorden, het doel is om een “goed” kind op te voeden. Maar goed opvoeden omvat emotie en goede relaties omvatten ook emotie. Het creëren van een gezonder emotioneel klimaat in deze wereld begint met hoe we onze kinderen behandelen. Ouders zouden drie cruciale veranderingen kunnen aanbrengen in hun opvoeding. En wij als volwassenen moeten dit ook met elkaar doen. We hoeven geen ouders de schuld te geven, want bijna niemand is zelf opgevoed met emotionele veiligheid. De gewenste aanpassingen voor opvoeding en voor ons in onze relaties zijn:
Ouders zouden moeten ophouden de emoties van hun kinderen af te keuren. En wij, volwassenen, moeten ophouden onze eigen emoties en die van de mensen om ons heen te veroordelen.
Ouders zouden moeten stoppen met het bagatelliseren van de emoties van hun kinderen. En wij zouden moeten ophouden onze eigen emoties en die van anderen te bagatelliseren.
Ouders zouden begeleiding moeten bieden aan hun kinderen met betrekking tot emoties. En we zouden allemaal moeten begrijpen hoe emoties elk aspect van ons leven beïnvloeden, zodat we beter kunnen leren omgaan met emoties.
Het is een mooi doel om gevoelens van eenzaamheid te vervangen door verbinding. Verbinding betekent dat je een sterke band voelt tussen jou en anderen. Als het gaat om echt contact maken met anderen, moeten beide mensen bewust kiezen voor die verbinding. We kunnen op verschillende niveaus verbonden zijn, zoals mentaal, emotioneel, energetisch of fysiek. Het is belangrijk dat verbinding een eigen keuze is, dus niet iets wat wordt opgelegd.
Een belangrijk onderdeel van verbinding is intimiteit. Intimiteit wordt vaak geassocieerd met seks, maar dat is niet waar het alleen om draait. Intimiteit gaat vooral om het kennen en begrepen worden door anderen. Intimiteit is een breed begrip van nabijheid, contact en verbondenheid, waardoor iemand zich minder alleen voelt. Veel mensen vermijden intimiteit omdat ze bang zijn voor de mogelijke negatieve gevolgen ervan. Ze vrezen dat anderen hen niet echt zullen accepteren, dat ze misbruikt zullen worden of dat ze hun vrijheid zullen verliezen. Maar als we intimiteit vermijden, missen we echte verbinding en blijven we eenzaam. We herhalen vaak patronen uit onze jeugd in onze volwassen relaties. Het is belangrijk om te begrijpen waar die angst voor intimiteit vandaan komt. Door te beseffen waar die angst vandaan komt, kunnen we werken aan het overwinnen ervan en gezonde verbindingen opbouwen. Verbinding is de tegenhanger van eenzaamheid.
Als je bang bent voor intimiteit of moeite hebt met verbinding, is een van de beste manieren om te accepteren dat je opnieuw leert hoe je intiem en verbonden kunt zijn met iemand. Dit is vergelijkbaar met het moment waarop een wetenschapper beseft dat zijn huidige theorie waardeloos is en deze in de prullenbak moet gooien. We moeten bereid zijn dit te doen. Zo moeten we ook elkaars persoonlijke grenzen respecteren. Persoonlijke grenzen werken in twee richtingen. Hier zijn enkele signalen dat je ongezonde grenzen hebt:
Nee zeggen als je ja bedoelt, of ja zeggen als je nee bedoelt.
Je schuldig voelen als je nee zegt.
Anderen belangrijker maken dan jezelf.
Niet opkomen voor wat je te zeggen hebt.
De overtuigingen van iemand anders overnemen om geaccepteerd te worden.
Niet reageren wanneer iemand je slecht behandelt.
Fysiek contact of seks toestaan als je dat niet wilt.
Jezelf laten onderbreken om te voldoen aan de behoeften van anderen.
Te veel betrokken raken bij de problemen of moeilijkheden van iemand anders.
Mensen toestaan dingen te zeggen die je ongemakkelijk laten voelen.
Je emotionele behoeften in je relaties niet communiceren.
Om meer verbinding te voelen is het dus nodig je eigen grenzen en die van je (gespreks)partner te respecteren, maar het is ook nodig om jezelf kwetsbaar op te durven stellen.
[1] Swan, T. (2018). The Anatomy of Loneliness: How to Find Your Way Back to Connection. Santa Fe, New Mexico. Watkins Media Limited.
Reacties uitgeschakeld voor Autisme ….. Een wankel evenwicht
Als een van de weinige opleiders op het gebied van autisme pretenderen wij niet te weten wat autisme is. Dat het leven met autisme iets fragiels heeft is wel zeker. Maar wat is autisme en wat is er nu nodig voor een leuk leven? Ik blijf het, zelfs met 25 jaar ervaring, nog steeds ingewikkeld vinden. Ik verwonder me (Nicht ärgern, nur wundern, zei mijn moeder vaak) over de stelligheid waarmee “korte klap” methodieken, behandelplannen en interventies worden aangeboden. In zoveel stappen naar dit of zoveel stappen naar dat, een top 10 van do’s en don’ts en dan wordt het leven een soort van maakbaar.
Lekker overzichtelijk en het geeft ook hoop. Ik heb die lijstjes niet. Wij hebben binnen de AutismeAcademie ook geen handige stappenplannen waarmee een maakbare wereld rond autisme gecreëerd kan worden. Zo zit het leven nl niet in elkaar. Een leven is niet in regels te vangen en is al helemaal niet maakbaar. Was het maar zo eenvoudig maar ieder plan en alle goede bedoelingen vallen uit elkaar zodra de stress weer de kop opsteekt. Ik loop al een jaar of 25 mee in de wereld van autisme en ik heb te veel gezien en ervaren en misschien ook wel te veel gestudeerd om te geloven dat het eenvoudig is om jezelf op de rit te krijgen en te houden als je de diagnose autisme hebt of als jouw naaste de diagnose autisme heeft.
Het begint voor mij al bij de duiding wat autisme volgens de DSM zou zijn. De DSM is tenslotte ook maar een scorelijst van bepaalde gedragskenmerken. Heel kort door de bocht, de optelling van de “vinkjes” bepaalt welke classificatie er volgt. Natuurlijk geeft dat richting en het maakt de nodige budgetten vrij. De DSM blijft een menselijk construct en zegt niets over waar de problematiek is ontstaan en wat er voor de individuele mens nodig is. En soms ook geeft een classificatie/diagnose wel een verklaring voor de pijn in heden en verleden. Soms zelfs ook verwordt de diagnose tot iemands identiteit. Gelukkig wordt er tegenwoordig veel breder gekeken, alleen nog wel te veel door de bril van enkel autisme naar mijn smaak.
Ik verwonder mij al jaren over de heersende visie bij autisme dat, zo ongeveer gelijk met de diagnose, duidelijkheid, structuur, voorstructurering en het gebruik van picto’s als aanpak wordt meegezonden. Natuurlijk werkt dit. We hebben allemaal behoefte aan duidelijkheid en structuur. Maar dan wel aan onze eigen structuur en niet aan een door een ander opgelegde structuur.
Eigen structuur die je soms met hulp van een ander moet gaan ontdekken geeft rust en daarmee de mogelijkheid tot ontwikkeling. Een opgelegde structuur is vaak niets anders dan beheersing en conditionering. Idem het bijpassende straffen en beloningssysteem. Uit onderzoek blijkt dat het straffen het meest oplevert voor degene die de straf geeft. Namelijk een goed gevoel en een gevoel van macht. Voor de gestrafte is er vaak alleen maar een gevoel van angst en volgt er soms een aanpassing van het gedrag vanuit die emotie. En als een prestatie niet vanuit intrinsieke motivatie is, dan is het gaan voor de beloning niets anders dan please gedrag. En please gedrag is een traumapatroon met als basis angst.
Het verlies van autonomie is voor iedereen een grote stressfactor en ik zie genoeg mensen met autisme, jong en oud, die door goede intenties vanuit hun omgeving totaal hun eigen regie zijn kwijtgeraakt. Binnen de AutismeAcademie zijn wij een groot voorstander van eigen regie en autonomie. En wij kijken anders. Wij kijken naar de oorzaak van het gedrag dat iemand in de weg zit, niet naar de diagnose en niet naar het gedrag. En een groot deel van wat er in de weg zit is bijna altijd te linken aan trauma. Eerlijk gezegd heb ik nog niemand met autisme ontmoet die geen trauma verleden heeft. Sterker nog, ik heb nog nooit wie dan ook ontmoet zonder een trauma verleden. Trauma raakt ons allemaal. Wij doen allemaal dat wat we doen vanuit een groot stuk overlevingsmechanisme. De een wat steviger dan de ander maar echt niemand uitgezonderd.
Over trauma en de invloed hiervan op ons leven, onze mentale en fysieke gezondheid wordt steeds meer bekend. De invloed is enorm en bepaalt hoe wij in het leven staan en hoe we doen wat we doen. Onze vroegkinderlijke trauma’s, historische collectieve trauma’s en intergenerationele trauma’s bepalen ons idee over goed en fout, onze waarden en overtuigingen en sturen ons gedrag.
Hoe ieder trauma ervaren heeft of ervaart is subjectief en het is niet aan een ander om te oordelen of de ervaring wel of niet voldoende traumatisch was om de problemen te veroorzaken. Dat trauma in welke vorm dan ook levenslang een stressgevoeligheid veroorzaakt is wel universeel. En dat de gedragsuitingen vanuit trauma stevig verankerd zijn ook.
De laatste wetenschappelijk ontwikkelingen op het gebied van trauma onderzoek tonen aan dat het gedrag dat leidt tot een gediagnosticeerde “stoornis” gezond gedrag is als reactie op een ongezonde situatie in het verleden of het heden.
Ieder ervaren trauma, hoe klein of groot, gaat over doodsangst. De reactie hierop is vechten voor je leven. Volle bak stresshormonen gieren door je lijf. En omdat je lijf het beter weet dan je hoofd en geen tijdsbesef heeft is alles wat maar een beetje herinnert aan dat wat destijds zo ontzettend bedreigend was een trigger om dezelfde stoffen weer aan te maken en het weer in de overlevingsstand te gaan. Iemand met trauma voelt zich (onbewust) nog steeds niet veilig. En zolang die veiligheid niet geboden wordt door onvoorwaardelijke liefdevolle nabijheid van de omgeving, maar door het kaderen van gedrag of zelfs sancties op het gedrag, zal steeds opnieuw en opnieuw weer de stressreactie volgen en blijft degene doen wat hij of zij altijd deed, namelijk reageren met gedrag in welke vorm dan ook.
Om op een andere manier naar “stoornissen” te kijken moeten we ook weg van het defectdenken en het idee van maakbaarheid door middel van methodieken en behandelplannen die er vanuit gaan dat als je maar dit of dat inzet het gedrag hanteerbaar wordt. Dat is niet wat het getraumatiseerde zenuwstelsel nodig heeft. Het getraumatiseerde zenuwstelsel heeft nieuwe ervaringen en herhalingen van veilige ervaringen nodig zodat het kan gaan vertrouwen dat de wereld toch wel veilig is. En ook hier zit een spanningsveld. Defectdenken heeft ook iets comfortabels. Want als je een diagnose hebt dan kun je dit op identiteitsniveau ervaren en kun je er niets aan doen omdat je nu eenmaal zo bent. En als je als vanuit de rol van de ouder of professional defectdenken als denkrichting hebt dan zal er ook geen optimale inzet zijn om op een andere manier te gaan kijken en werken. Als je gelooft in ontwikkeling en je je daar voor in wilt zetten dan is dat hard werken. Soms in het ritme van twee stappen vooruit en een stap achteruit.
Het mechanisme is simpel. De uitvoering vaak een uitdaging. Als je zoveel problemen ervaart dat je in aanmerking komt voor diagnostiek dan start er vaak ook hulpverlening op van uit het uitgangspunt “alle ogen gericht op Kwatta”. Degene met de diagnose “moet” iets. En of dat “iets” gaat werken heeft ook alles te maken met hoe de professional dealt met zijn eigen trauma’s. Want trauma’s hebben we allemaal. Ook de professional. En als je niet bewust hebt wat jouw onbewuste overlevingsstrategie is en wat jouw patronen zijn dan kieper vanuit een positieve intentie en ongewild jouw eigen shit over jouw client. Jouw client is erg goed in het “overleven” en heeft ogen voor en achter en merkt iedere verandering in jouw mimiek, intonatie, taalgebruik, ademhaling en spierspanning op. Als jij als professional je ergert aan je client, er iets van vindt, zelf stress hebt, dan is dat merkbaar voor de client en zal dit gedrag uitlokken. In het meest gunstige geval merk je er niet zo veel van. Want jouw eigen stress vermindert je waarneming. Maar vaak ook gaat het zichtbaar mis. Juist bij de meest kwetsbare jongeren en volwassen. We zien het in ons werk, we lezen het in de krant. Bij een escalatie wordt gewezen naar degene die escaleert maar vaak is er een onbewuste en onbedoelde trigger geweest vanuit de omgeving door ouders, door leerkrachten, door hulpverleners.
En daarmee zijn we er nog niet. Ook degene die hulp nodig heeft verkeert in een verhoogde staat van paraatheid en kan ook niet altijd de goede bedoelingen waarnemen en reageert soms te primair. Het is een wankel evenwicht, kwetsbaar samenspel tussen client en professional. En dat heeft iets moois. De wederzijdse kwetsbaarheid maakt ons mens en we hebben elkaar daarbij nodig. Soms is het aan de professional om de eerste stap te zetten en te erkennen dat we ook maar doen wat we doen en dat we daar soms ook hulp bij nodig hebben.
Als profilers/gedragsanalsten zijn we ons zeer bewust van onze patronen. Niet dat wij er altijd even goed mee kunnen dealen. Ook als wij even niet “opletten” vallen we terug in ons overlevingsgedrag. Wat we wel doen, voor en na iedere afspraak, is ons eigen “scherm” schoonvegen. We mediteren kort en zorgen met onze ademhaling voor rust in ons zenuwstelsel.
Tijdens het gesprek maken we in ons hoofd een lijstje van alles wat we vinden van onze client. Want iedereen vindt altijd iets van de ander. Niemand uitgezonderd. Het helpt om even duidelijk te hebben wat je van iemand vindt, het maakt niet uit wat. Zelfs als je iets in iemand erg leuk vindt of bewondert is dit ook iets van iemand vinden. Het lijstje helpt je tijdens het contact met je client steeds helder te houden wat van jou is en wat van de ander. En wat van jou is mag geen rol spelen in jouw werk. Hoe rustiger je eigen systeem is, hoe beter dit gaat. Dan pas kun je met liefdevolle en compassie aandacht bij de ander zijn en kun je samen met de ander onderzoeken wat helpend kan zijn. In ons boek Onuitwisbaar leggen we veel uit over stress en de zaken die hiermee verband houden maar vooral ook wat je kunt doen. Kennis is noodzakelijk om goede keuzes te kunnen maken.
Ingrid de Jong en Marjon Kuipers MSc Gedragsanalisten
Reacties uitgeschakeld voor Ouderlijke voorkeur en het stille leed
Ouderschap is een complexe taak. Ouders zetten zich in om hun kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen. Toch kunnen er soms ongemerkt, vaak onbedoeld, subtiele voorkeuren ontstaan in de ouder-kindrelatie. Zeker als het gaat om kinderen met problematiek. De voorkeuren van ouders kunnen bij het kind diepere emotionele wonden slaan dan we ons realiseren. Ze stapelen zich op bovenop de al aanwezige kleine trauma’s en verdriet in het leven van een kind. Een subtiele voorkeur voor één kind kan leiden tot gevoelens van afwijzing bij de anderen, wat het zelfbeeld van deze kinderen kan aantasten.
Soms hebben deze gevolgen een impact die kinderen tot in hun volwassen leven meedragen. Kinderen kunnen het vertrouwen in hun ouders en zichzelf verliezen, doordat ze zich mogelijk niet goed genoeg voelen om geliefd en gewaardeerd te worden. Het gevoel van niet gewaardeerd worden, of erger nog, genegeerd worden, kan leiden tot een laag zelfbeeld en een gebrek aan zelfwaarde. Deze gevoelens kunnen leiden tot diverse emotionele problemen, en bij sommige kinderen zelfs tot zelfdestructief gedrag, zoals zelfbeschadiging of verslavingen, als een manier om pijn te verzachten of zichzelf te straffen voor wat ze zien als hun eigen tekortschieten. Ook kan het ontwikkelen van please-gedrag ook een strategie zijn om vanuit verlangen het “liefste” kind te worden.
We hebben een overzichtje samengesteld van wat we vaak zien:
Verbale en Non-verbale Communicatie Vaak gebruikte uitspraken zoals “kijk naar je broer of zus” of “Je broer of zus doet wel boodschappen, ruimt zijn/haar kamer op, vergeet nooit zijn/haar gymspullen, etc…” kunnen gevoelens van afwijzing opwekken. Ook non-verbale communicatie, zoals de glimlach van een ouder naar het ene kind, geduldig luisteren naar hun verhalen, en vervolgens zuchten of fronsen bij het andere kind, kunnen leed veroorzaken.
Sociale Media Het delen van vaker foto’s van één kind (met of zonder ouder) op sociale media, het plaatsen van profielfoto’s met slechts één kind (ook op Whats App) of het benadrukken van de prestaties van een kind op social media kan allerlei gevoelens opwekken bij het andere kind/de andere kinderen. Kinderen kunnen het gevoel hebben dat ze er niet toe doen. Zelfs dat papa of mama niet van hen houdt. Kinderen kunnen zich snel afgewezen voelen door een ouder en dit kan leiden tot diepe emotionele littekens die hun vermogen om gezonde relaties op te bouwen in de toekomst ernstig kunnen beïnvloeden.
Ook het plaatsen van foto’s of teksten rond een kind dat het niet goed doet op school, problemen heeft of de echt “no go zone”: foto’s van overprikkelde kinderen, geven een voor het kind een niet gewenst signaal af. En denk nu niet dat kinderen de sociale media uitingen niet zien. Ze zijn op dat gebied een stuk slimmer dan vele ouders denken.
Financiële of Materiële Voortrekkerij Het geven van financiële voordelen of cadeaus aan één kind kan de indruk wekken dat de ouder dat ene kind meer waardeert dan de anderen. Ik herinner me nog levendig hoe verdrietig en boos ik was als 8-jarige toen mijn beide buurmeisjes bruine babypoppen kregen met Sinterklaas, terwijl ik een witte pop ontving. Ik weet zeker dat mijn ouders de pop met de beste bedoelingen hadden uitgezocht, maar kinderen hechten niet veel waarde aan intenties; ze voelen vooral.
Tijdsbesteding Het besteden van onevenredig veel tijd aan één kind kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid en een gebrek aan ouderlijke genegenheid bij de andere kinderen. Dit kan door dat een ouder een kind bewust of onbewust leuker of liever vindt maar evengoed ook omdat een kind extra zorg en aandacht nodig heeft. De plek aan tafel en de aandacht die het kind daarmee krijgt van ouders kan ook symbolisch staan voor de positie van het kind binnen het gezin.
Conflicten Bij ruzies neigen ouders vaak subtiel partij te kiezen voor één kind zonder duidelijke reden. Dit kan leiden tot gevoelens van onrechtvaardigheid bij het andere kind.
Hulpverlening Kinderen die professionele hulpverlening ontvangen, kunnen het gevoel krijgen dat ze niet goed genoeg zijn en nooit hun broer of zus zullen evenaren. Hulpverleners dragen vaak, ondanks noodzaak en hun goede bedoelingen, het signaal uit dat een kind niet voldoet aan de norm en daarom extra ondersteuning nodig heeft.
Erkenning Het is onze overtuiging dat ouders het subtiel voortrekken meestal niet bewust doen, hoewel we ook weten dat ouders vaak een bewuste of onbewuste voorkeur hebben voor een van hun kinderen.
Kun je als ouder dit erkennen? Als dat zo is, dan is dat al een belangrijke eerste stap naar meer gelijkwaardigheid in het gezin. Wanneer je als ouder bovendien voldoende veiligheid kunt bieden voor open communicatie over de gevoelens en zorgen van je kinderen, dan zet je een waardevolle stap in de richting van het creëren van een gezonde, liefdevolle omgeving waarin alle kinderen kunnen gedijen.
Reacties uitgeschakeld voor Vernieuwd Plan B PrikkelPlan
Wij hebben ons prikkelplan aangepast en nu ook de liminale (blauwe) fase opgenomen. Ons prikkelplan gaat uit van de persoon zelf en is niet een plan “over” iemand. Vul het, als ouder of professional vooral ook voor jezelf in. Niemand is immers vrij van prikkels en in de dynamiek heb je samen stressgedrag. Ook de hond of de kat. Dus leuk en leerzaam, als je een hond/kat hebt, om samen met je kind te kijken wat het verschil is in gedrag als baasje thuis komt of dat DHL of Budbee of aan de deur staat. Vul het dus in voor het hele gezin en doe dit samen! Kinderen vinden het fijn om erkenning te krijgen dat ze niet alleen zijn met hun stress en overprikkeling maar dat de rest van de wereld er in meer of mindere mate ook last van heeft.
Wees overigens niet verbaasd als je over een tijdje van je kind het dikste boek uit de boekenkast aangereikt krijgt met de woorden “mama, ik zie dat je stress hebt, het is beter dat je nu gaat lezen….. 😉
Het gaat goed. De persoon is rustig, ontspannen, redelijk en overziet wat hij of zij doet en voelt. In deze fase kan iemand goed functioneren, lijkt problemen te overzien en emoties zijn onder controle. Samenvattend, is men goed in staat om weloverwogen beslissingen te nemen en afspraken te maken.
Gezonde spanningsfase
Deze tussenfase wordt ook wel de gezonde spanningsfase genoemd en heeft een spanningsboog tussen de 40-70%. Prikkels en informatie kunnen goed worden verwerkt. Veel mensen geven aan het best te presteren wanneer ze zich in deze fase bevinden. Genoeg prikkels om tot actie te komen, zonder dat er stress wordt ervaren.
Stressfase
In deze fase heeft de persoon een teveel aan prikkels en informatie te verwerken. De stress die een persoon ervaart hoeft voor een buitenstaander niet altijd zichtbaar te zijn. De stressreactie kan een gevolg zijn van een externe informatiebron (een onaangename gebeurtenis of informatie) of van een interne informatiebron (denken aan iets wat gisteren verkeerd is gegaan of morgen verkeerd kan gaan). Een persoon die in deze stressfase verkeert, heeft steeds minder regie over de (uitingen van) eigen emoties. De emoties nemen de overhand en kleuren de gedachten verder in. Hieruit concluderend, komen deze uitingen bij extreme stress meer voort uit onmacht dan uit onwil. Het gedrag ontstaat door de situatie of omstandigheden waarin iemand zich tijdens en na het proces kan bevinden. Door de stressreactie wordt helder denken bemoeilijkt. Soms helpt het om tijdens het gesprek prikkels te vermijden, door even minder te praten of een pauze in te lassen. Hierdoor kan de stress een beetje zakken waardoor er weer aandacht en ruimte kan komen voor het vervolg.
Escalatiefase
In deze fase komt het overlevingsgedrag naar buiten door (verbaal) te vechten, te vluchten of te verstijven. Degene is niet meer aanspreekbaar door dat het denkende brein in deze fase niet meer zo goed werkt. In deze fase is sprake van primair overlevingsgedrag. Doorgaans ervaart de buitenwereld dit stressgedrag als ongewenst en ongepast.
Liminale fase
Deze fase lijkt op de groene fase, echter is het een fase van apathie. De fysieke en mentale batterij is leeg. In deze tussenfase volgt vaak een burn-out of een depressie. Het immuunsysteem staat ernstig onder druk met de kans op hart- en vaatziekten en stoornissen van het spijsverteringsstelsel. Stress is een sluipmoordenaar. Chronische stress heeft een negatieve invloed op het verouderingsproces en herstelprocessen bij ziekten. Chronische stress brengt blijvende veranderingen in het DNA met zich mee wat zich zelfs kan uiten bij een volgende generatie. Iedere seconde stress ondermijnt het immuunsysteem met alle gevolgen van dien. Veel klachten op het gebied van slaap, eetlust, spijsvertering en het omgaan met prikkels hebben de oorsprong in het psychische en uiten zich in het fysieke.
Reacties uitgeschakeld voor Prikkelarme uurtjes bij de kapper
Kapsalon Hairstudio Scissors in Enschede is een salon waar veel kinderen met stressgevoeligheid komen. Deze kinderen vinden het soms lastig om naar de kapper te gaan. Anita van deze salon heeft daar aandacht voor en is met Prikkelarme Uurtjes begonnen.
Reacties uitgeschakeld voor In verbinding blijven bij suicidale gedachten
Wanneer de passie en levensdrift van kinderen verminderen, staan ouders voor een uitdagende situatie. Suïcidale gedachten bij een kind brengen hen in een constante staat van paraatheid, en de knop voor 24/7 zorg wordt geactiveerd. Er zou professionele hulp beschikbaar moeten zijn om te helpen, maar inmiddels zijn er talloze verhalen over afwijzingen gehoord vanwege het suïcidale gedrag van een kind. Soms leiden gesloten instellingen zelfs tot verergering van de problemen, doordat ze de autonomie van de jongeren wegnemen en onvoldoende veiligheid bieden. Dit is begrijpelijk, aangezien jongeren alles wat ze koesteren moeten achterlaten en in een onbekende, vreemde wereld terechtkomen. Hoe veilig is dat eigenlijk? Ondertussen maken ouders zich grote zorgen over hoe hun kind in leven kan blijven.
De ervaringen van ouders en jongeren raken haar telkens weer. Het gaat onder andere over het gevoel dat kinderen niet binnen de nauwe kaders passen van hoe ze zouden moeten ontwikkelen, dat ze niet zichzelf mogen zijn, en dat hun potentieel onopgemerkt blijft. Steeds weer wordt er een beroep gedaan op hulpverlening voor alles wat jongeren niet kunnen. Ook op het gebied van samenwerking met ouders valt veel te verbeteren.
Effectieve hulp ontstaat uit blijvende verbondenheid. Maar hoe bereikt men dit, zeker gezien de stress die een gezin kan ervaren? Bij Netwerk Beter Samen wordt geïnvesteerd in kennis en verbinding met andere ouders. Ouders kunnen samen leren van ervaringsdeskundigen en van elkaar. Verbondenheid betekent ook in contact treden met mensen die soortgelijke ervaringen hebben gehad. Het delen van ervaringen en kennis stelt ouders in staat om beter te begrijpen wat er aan de hand is en hoe ze overeind kunnen blijven.
Samen met ervaringsdeskundige jongeren en ouders van kinderen en jongeren met suïcide gedachten ontwikkelden Saskia Schipper en ik een korte training van 3 dagdelen waarbij taboeloos en open over dit aangrijpende thema gesproken kan worden.
Binnenkort publiceert Netwerk Beter Samen de onderzoeken resultaten vanuit een enquete onder betrokkenen.
Reacties uitgeschakeld voor Minicolleges met Leander Westerbeek van Eerten
Leander is al ruim 10 jaar werkzaam als (ervaringsdeskundige) trainer bij de AutismeAcademie.
Zoals hij zichzelf omschrijft: Autisme kwam jaren geleden in mijn leven onder het etiket ‘beperking’, maar vandaag de dag verdien ik hier mijn geld mee. Ik voel me na jaren worstelen niet meer beperkt door mijn autisme, maar ik hou er wel constant rekening mee en verlies het ook niet uit het oog. In feite gaan we gewoon ‘hand-in-hand’ door het leven. Haat/liefde en onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bewustwording heeft voor mij altijd aan de basis gestaan voor het ontwikkelen van compensatiemechanismen en efficiënte copingstrategiën. Ik haal er dan ook voldoening uit om een actieve rol te spelen bij het aanwakkeren en creëren van (meer) bewustwording bij anderen. Zowel bij mensen met autisme als hun omgeving. Dit doe ik vanuit mijn eigen ervaring, de nu reeds jarenlange ervaring als trainer en spreker maar ook vanuit mijn studie achtergrond toegepaste filosofie. Tenslotte ben je nooit de enige actor in je leven.
Leander en ik geven op verzoek een aantal mini colleges met de volgende thema’s
Autisme & Geluksbeleving Gelukkig zijn, streven we dat niet allemaal na? Maar wat is dat dan precies? Aan ‘wc-tegelwijsheden’ en meningen komen we niets tekort. Maar feit is dat deze vaak geen recht doen aan de complexiteit van een concept als geluksbeleving. Feit is ook dat veel mensen hier niet zondermeer hun weg in vinden. Gelukkig zijn er hele mooie strategieën die richting kunnen geven en kaders kunnen bieden waardoor zoiets complex als geluk ineens wel werkbaar wordt.
Autisme & Autonomie De rol van autonomie wordt in het zorglandschap terecht veel waarde toegekend. Maar wat bedoelen we dan precies? Wat omvat autonomie allemaal en welke uitdagingen brengt dit met zich mee? Welke rol speelt autonomie in begrippen zoals ‘zelfredzaamheid’ of ‘zelfmanagement’, ‘vrijheid’, ‘identiteit’ en ‘authenticiteit’. Hoe kun je ondersteuning bieden bij het ontwikkelen van autonomie? Dit minicollege biedt een uiteenzetting van het begrip in combinatie met veelvoorkomende uitdagingen en praktische handvatten.
Autisme &Individualistische verbondenheid? Wij leven in een liberalistische, kapitalistische samenleving waarin vrijheid erg belangrijk is. Je mag doen wat je wilt als je een ander maar geen schade berokkent. Je bent ‘geslaagd’ als mens wanneer je succesvol bent. Vaak meten we dit af aan de baan die je hebt of wat voor auto je rijdt. Deze vrijheid is waardevol en kapitalisme brengt veel welvaart met zich mee. Maar deze combinatie heeft ook een keerzijde, het vergroot individualisme en verleidt ons tot focus op materialisme. Impliciet traint onze samenleving ons om vooral bezig te zijn met ons eigen succes. Het is dan ook niet gek dat een hele grote groep mensen zoekende raken rondom verbondenheid en nabijheid. Deze menselijke behoeften vindt iedereen maar normaal, alleen is het soms moeilijk om daar in de praktijk handen en voeten aan te geven. Dit minicollege biedt een reflectie op onze omgeving in combinatie met handvatten om als individu de verbondenheid te vergroten.
Autisme & Trauma Tot voor kort dacht men dat trauma ontstaat door hele ingrijpende zaken zoals adoptie, mishandeling, seksueel misbruik, verwaarlozing, oorlog of armoede. De laatste jaren is er veel onderzoek gedaan naar het ontstaan van trauma en de effecten hiervan op ons leven. Vileine opmerkingen, kleine pesterijen, beledigingen, negatief taalgebruik bijvoorbeeld, maar ook afkeurende en minachtende blikken zorgen dat er een stapeling tot een groter trauma ontstaat. Veel mensen met autisme hebben in hun jonge jaren trauma ervaren. Soms ook is het niet duidelijk of er bij gedragsuitingen sprake is van trauma, vertraging in gehechtheidsontwikkelng of dat wat we autisme noemen. Veel uitingen in gedrag komen overeen.
Wat als veel gedragsuitingen eigenlijk normale reacties zijn op abnormale omstandigheden? Wordt het niet eens tijd dat we ook op een andere manier naar autisme en autisme begeleiding gaan kijken? Is autisme wel een stoornis of is het een enorm intense response op hele vroege stressoren? Misschien is het nog te vroeg voor een dergelijke conclusie maar we kunnen niet meer om de effecten van stress en trauma heen. In dit minicollege gaan we verder in op deze boeiende ontwikkelingen.
Reacties uitgeschakeld voor Taal kadert de ervaring; Samenvatten of Rapport door backtrack bij stress?
Samenvatten en het minder bekende backtrack zijn beide cruciale communicatieve vaardigheden die in verschillende contexten worden toegepast.
Hier is het verschil tussen beide:
Samenvatten heeft als doelde belangrijkste punten en informatie uit een bron of gesprek te halen en deze op een beknopte en overzichtelijke manier te presenteren. Bij het samenvatten luister je actief naar wat er wordt gezegd en identificeer je de kernpunten en relevante details. Bij het geven van een samenvatting vertel je de oorspronkelijke inhoud in je eigen woorden op basis van jouw eigen gedachten van het vertelde. Samenvatten gaat primair over hoe jij het begrepen hebt en niet meer over de ander.
Rapport door backtrack heeft als hoofddoel het opbouwen, het bieden van veiligheid en een connectie met de ander. Bij het maken van rapport geef je dus geen samenvatting van de informatie; Je herhaalt exact wat er geheel of gedeeltelijk is gezegd of geeft een reactie op wat er is gedeeld. Je vult dus niets in of aan door het gebruik van je eigen woorden. Dit kan het gevoel van erkenning en acceptatie versterken en zal vooral in stressvolle situaties helpend kunnen zijn. Rapport maken gaat niet over jou! Het gaat over de ander.
Stel jouw client heeft stress en vertelt je over de stressvolle situatie waarvan hij zegt dat het echt vreselijk voor hem was wat er is gebeurd. Hij is namelijk van de fiets gevallen omdat iemand anders als een klojo voor hem langs fietste. Hij kon niet meer stoppen. Nu is z’n fiets aan diggelen. Hij weet niet waar hij de knikkers vandaan moet toveren voor een andere fiets.
Samenvatting; O wat vervelend dat dat je een ongeluk hebt gehad met je fiets. Je hebt niet geremd? En die ander maakte dus een fout in het verkeer en keek niet uit. En nu moet je zien waar je geld vandaan haalt voor een nieuwe fiets. Want de oude doet het niet meer. Hierbij loop je een grote kans dat een stressgevoelig iemand, bijvoorbeeld bij autisme, boos op jou gaat worden. Je begrijpt hem immers niet. Je luistert niet maar geeft zelf een draai aan het verhaal.
De client wordt inderdaad boos. Weer wordt er niet naar hem geluisterd. Hij zegt toch, hij is van de fiets gevallen, hij heeft het niet over een ongeluk. Het is niet vervelend, het is vreselijk! Hij heeft het niet over remmen gehad. Hij heeft wel geremd maar kon niet op tijd stoppen. Dus jij zegt dat hij een fout heeft gemaakt door niet te remmen??? Hij heeft het ook niet over zijn fiets. De fiets zei hij. Als je geluisterd had dan had je hem kunnen vragen “de fiets?” en was je er achter gekomen dat hij de fiets geleend had. En niet die ander sneed hem…. die klojo fietste voor hem langs. De fiets is aan diggelen. Hij heeft helemaal niet gezegd dat hij het niet meer doet. Aan diggelen is zijn woord voor de schade. En hij hoeft geen nieuwe fiets (paniek want dat is nog meer geld dat hij niet heeft voor een nieuwe fiets) Hij wil een andere fiets om terug te kunnen geven. En het vreselijk wat er is gebeurd… dat had gaf voor hem aan hoe erg hij het vond dat de fiets van een vriend was….
De client raakt overprikkeld door de beschuldiging en de woorden die hij niet gezegd heeft en gaat het verhaal nog een keer vertellen. Niet zelden wordt in zo’n situatie de verteller onderbroken omdat hij het al voor de zoveelste keer vertelt.
Heb jij wel geluisterd?
Zo zie je maar dat je bij zelfs een paar zinnen tekst al in een ander verhaal kunt geraken dan dat er verteld wordt.
Stressreductie in communicatie is van groot belang omdat stress een aanzienlijke invloed heeft op het cognitieve functioneren van een persoon. In stressvolle situaties wordt het vermogen om helder te denken belemmerd, wat kan leiden tot fouten, misverstanden en escalatie van de stress. Rapport door backtrack maken helpt bij het verminderen van deze stress, omdat de gesprekspartner zich gehoord en begrepen voelt, waardoor hij zich minder bezig hoeft te houden met het verwerken van de taal, de aannames en soms de vooroordelen van de ander. Bij rapport door backtrack hoeft hij het steeds opnieuw uitleggen maar kan hij in een veilige setting alle aandacht schenken aan zijn eigen proces.
Reacties uitgeschakeld voor Traumaverwerking: Tijd, Geheugen en Zelfervaring
Trauma en de daarmee verbonden (chronische) stress kunnen een verstorende invloed hebben op ons gevoel voor tijd en ons geheugen. De verstoorde tijdsperceptie bij trauma heeft directe invloed op hoe we herinneringen en gebeurtenissen ervaren. Herinneringen aan het verleden en angsten voor de toekomst dringen zich op als actuele gebeurtenissen, wat leidt tot een constante herbeleving van de trauma-ervaringen met de daarbij behorende emoties. Dit proces gebeurt veelal onbewust automatisch en ongecontroleerd. Het resultaat is dat er weinig vertrouwen wordt ervaren in een positieve verandering in de toekomst.
Trauma kan niet alleen ons gevoel voor tijd in de war sturen, maar ook de manier waarop we herinneringen opslaan en ophalen. Verschillende soorten geheugen, zoals het zintuiglijk, kortetermijn- en langetermijngeheugen, werken samen om informatie op te slaan en op te roepen. Het episodisch geheugen is vooral belangrijk voor het vastleggen van traumatische gebeurtenissen en hun emotionele context. Het procedureel en emotioneel geheugen zijn betrokken bij het onbewust triggeren van trauma en het veroorzaken van herbelevingen.
Zintuiglijk en Kortetermijngeheugen
In ons zintuiglijk geheugen komt alle informatie binnen die we via onze zintuigen ontvangen. Maar niet alles wordt bewust opgemerkt; alleen belangrijke informatie gaat naar ons kortetermijngeheugen. Dit geheugen stelt ons in staat om informatie tijdelijk vast te houden, zoals een telefoonnummer dat we net gehoord hebben. Het kortetermijngeheugen kan niet alleen informatie uit het heden gebruiken, maar ook herinneringen uit ons langetermijngeheugen ophalen, als een soort brug tussen de twee.
Langetermijngeheugen en Trauma
Het langetermijngeheugen ontvangt informatie vanuit het kortetermijngeheugen en helpt ons om dingen te onthouden zoals fietsen of de herinneringen aan onze eerste date. Het verdeelt herinneringen in twee categorieën: expliciet en impliciet geheugen. Het expliciete geheugen omvat bewuste herinneringen aan feiten en gebeurtenissen. Hierbij horen het episodisch geheugen (voor specifieke gebeurtenissen) en het semantisch geheugen (voor feiten en kennis). Het impliciete geheugen is onbewust en omvat het procedurele geheugen (voor vaardigheden) en het emotionele geheugen (voor emoties).
Emotioneel Geheugen en Zelfervaring
Het emotionele geheugen is vooral gericht op onze overleving en heeft te maken met hoe we emoties ervaren en verwerken. Verschillende emoties worden op verschillende plaatsen in ons lichaam gevoeld. Blijdschap verspreidt zich door ons hele lichaam, terwijl boosheid zich vooral in het bovenlichaam bevindt en verdriet invloed heeft op benen en onderarmen (het slap worden bij verdriet). Bij traumaverwerking is het belangrijk om te begrijpen dat emoties niet alleen in ons hoofd bestaan, maar juist in ons lichaam voelbaar zijn.
Interoceptie en Trauma
Bij het definiëren van de lichamelijke ervaring is het interoceptief bewustzijn belangrijk. Interoceptie is dus een soort extra zintuig dat ons helpt voelen en begrijpen wat er in ons lichaam gebeurt. Je voelt bijvoorbeeld honger, een tinteling, warmte, beweging, druk, spanning, een hartslag en je ademhaling. Hoe groter ons interoceptief vermogen is, hoe meer we ons bewust zijn van de innerlijke veranderingen, hoe meer mogelijkheden we kunnen creëren om ons leven richting te geven. Als je er namelijk op kunt vertrouwen dat je innerlijke ervaring je de correcte informatie doorgeeft, dan ben je optimaal eigenaar van je lichaam. Door een traumatische ervaring kunnen er echter verkeerde conclusies ontstaan (zoals door signalen uit het verleden, die zijn opgeslagen in het impliciete geheugen en worden verward met de huidige situatie). Of er kan een verstoring ontstaan tussen de signalen van het lichaam en de interpretatie door het expliciete geheugen. Die verstoorde interoceptie kan de oorzaak zijn van een slechtere zelfregulatie. Een onverwerkt trauma kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat een kind niet meer voelt dat zijn blaas vol is, waardoor hij weer gaat bedplassen. Ook het niet meer onder woorden kunnen brengen van wat je precies voelt (alleen weten dat het niet goed voelt) kan een gevolg zijn van een verstoorde interoceptie.
We dienen te begrijpen dat tijdsperceptie, de impact van trauma op geheugen en het ontwikkelen van zelfervaring cruciaal is voor effectieve traumaverwerking. Door te werken aan het begrijpen en beheersen van reacties in het heden op fysiek, emotioneel en mentaal niveau, kan de vicieuze cirkel van traumatische reacties doorbroken worden. Deze benadering gaat voorbij aan het idee van het manipuleren van gedachten en gedrag op basis van logica en moedigt aan om intern te ervaren wat voor een persoon waar en relevant is.