Author Archives: Marjon Kuipers

  1. Autisme en het brein

    Reacties uitgeschakeld voor Autisme en het brein

    Met verbazing keek ik onlangs naar de uitzending van ‘Het Klokhuis’ waarin werd uitgelegd wat er in het hoofd van iemand met autisme gebeurt. Er werd gesteld dat de ‘weggetjes’ in het brein van iemand met autisme niet goed opgeruimd worden. Ook toonde men een brein zonder autisme naast dat van iemand met autisme. Dit lijkt een leuke uitleg, maar het klopt natuurlijk niet en dat is best kwalijk. De getoonde cowboy scènes zijn generaliserend en doen mensen met autisme ernstig tekort.

    De in de uitzending getoonde afbeelding van het brein van Temple Grandin, een bekende dame met autisme, is afkomstig uit haar eigen onderzoek rond 2007. We zijn inmiddels al flink wat stappen verder. In de wetenschap geldt: “Één ei is geen ei.” Dit betekent dat één enkel resultaat of observatie niet genoeg is om een robuuste wetenschappelijke conclusie te trekken.

    Hier kun je de uitzending zien https://player.ntr.nl/index.php?id=VPWON_1350141

    Het is belangrijk terughoudend te zijn met stellige beweringen over autisme. Het risico dat kinderen een onjuist beeld over zichzelf ontwikkelen — bijvoorbeeld door te denken dat ze een breinafwijking hebben, anders bedraad zijn, te veel verbindingen, te weinig verbindingen, een stoornis hebben, of dat hun brein niet opgeruimd is, gevuld met puzzelstukjes, mapjes, kleuren, bolletjes en staafjes etc — is erg groot. Bovendien is het gevaar dat ouders, hulpverleners en de maatschappij gaan handelen op basis van een onjuist of achterhaald beeld niet te onderschatten.

    Laten we dus maar voorzichtig zijn met het doen van beweringen over autisme. In de afgelopen decennia zijn er vele theorieën over autisme gepresenteerd, en de wereldwijde inzichten hierin veranderen regelmatig. Dankzij voortschrijdend inzicht komt de wetenschap stap voor stap verder, maar dit zegt nog steeds niets over het individu en wat hij of zij nodig heeft. Autisme blijft in essentie een interpretatie van gedrag en wat hier aan ten grondslag ligt blijft voor nu nog gissen. Dit doet overigens niets af aan de individuele gevoeligheid en de individuele lijdensdruk.


    Sander Begeer, professor aan de VU en collega’s hebben onlangs een onderzoek afgerond onder jongeren met autisme waarbij geen verschillen tussen een “normaal” brein en een “autistisch” brein zijn gevonden.


    The role of autism and alexithymia traits in behavioral and neural indicators of self-concept and self-esteem in adolescence – Renske van der Cruijsen, Sander Begeer, Eveline A Crone, 2024journals.sagepub.com
    https://journals.sagepub.com/doi/epub/10.1177/13623613241232860

    Na 17 jaar AutismeAcademie durf ik in ieder geval niet te zeggen wat autisme is en hoe het brein van iemand met autisme er uit ziet.

  2. Interessante artikelen van Mad in the Netherlands

    Reacties uitgeschakeld voor Interessante artikelen van Mad in the Netherlands

    * Als dwang niet werkt, waarom gebruiken hulpverleners die dan zo veel?
    * Zwangerschap en antidepressiva
    * PAWS (post-acute withdrawal syndrome) 


    Als dwang niet werkt, waarom gebruiken hulpverleners die dan zo veel?

    Afgelopen week kwam het onderzoeksrapport over de ZIKOS-afdelingen in de gesloten jeugdzorg ‘Eenzaam gesloten’ van Jason Bhugwandass uit met de ondertitel: ‘Als gevangenispersoneel voor kinderen met psychiatrische problemen zorgt’. Velen reageerden ontdaan op dit rapport en vroegen zich af waarom zo’n cultuur kan ontstaan. Psychologe en onderzoeker Evi Verbeke (UGent) stelde zich een soortgelijke vraag in haar doctoraatsonderzoek. Hoe kan het dat hulpverleners zoveel dwang waaronder isolatie, fixatie en straffen gebruiken terwijl we allemaal weten dat het niet werkt en wel negatieve effecten achterlaat bij zowel patiënten als hulpverleners? Haar boodschap is helder: “Willen we minder dwang in de psychiatrie, dan moeten hulpverleners anders omgaan met hun eigen angsten en kwetsbaarheden.”

    ————————————–

    Zwangerschap en antidepressiva.

    Chemische stoffen hebben consequenties – Antidepressiva en zwangerschap, een interview met dr. Adam Urato

    “Begrijp dat het een synthetische chemische verbinding is die je gaat innemen die niet alleen naar de plaats van hetgeen je probeert aan te pakken gaat, zoals bij hoofdpijn naar je hoofd en kniepijn naar je knie, maar door je hele lichaam, door al je cellen heen. Dat heeft consequenties. Het zal een chemische impact hebben.”

    ————————————–

    PAWS (post-acute withdrawal syndrome) 

    Dit verhaal benadrukt de schadelijke effecten van onjuiste begeleiding bij het afbouwen van psychofarmaca en de gevaren van een foutieve voorstelling van zaken in de gezondheidszorg. Het beschrijft de tragische gevolgen voor Anniek, die koos voor euthanasie, en de impact op haar naasten. Tegelijkertijd worden de voorschrijvende artsen geconfronteerd met de realisatie dat hun gebrek aan juiste informatie en zorgvuldigheid heeft bijgedragen aan het leed. Dit verhaal dient als een pleidooi voor verzoening en een oproep tot collectieve actie om veranderingen in het systeem te bewerkstelligen, benadrukkend dat zowel patiënten als artsen slachtoffers zijn van een falend systeem. Het onderstreept de noodzaak om gezamenlijk te werken aan een betere gezondheidszorg.

  3. Pleister

    Reacties uitgeschakeld voor Pleister

    Misschien is het gewaagd om op Wereld Autisme Dag een blog te schrijven over autisme en de relatie met trauma. Niet iedereen staat te springen om de meest recente kennis en ontwikkelingen rond trauma tot zich te nemen.

    In ons streven om menselijk gedrag te begrijpen, kijken we naar symptomen en het gedrag dat zichtbaar is: de duidelijke tekenen die de deskundigen proberen te categoriseren en classificeren. Hiervoor is de DSM ontworpen, een handboek dat helpt gedragingen en patronen te ordenen. Maar zijn we niet vaak geneigd om snel te classificeren? Is het niet de hoogste tijd om anders te gaan kijken naar gedrag?

    Gedrag = taal. Uit vele onderzoeken blijkt dat ingrijpende jeugdervaringen (Adverse Childhood Experiences, ACEs), trauma’s dus, van zowel ouders als kinderen invloed hebben op de breinontwikkeling en sterk kunnen doorwerken in de mentale, gedragsmatige en fysieke gezondheid. Waarbij gedrag vaak het enige waarneembare is en waar ook de omgeving en de persoon zelf vaak het meeste last van heeft. Overigens kan een trauma op ieder moment in iemands leven ontstaan. Dit kan door heftige gebeurtenissen maar ook door de soms jarenlange stapeling van kleine gebeurtenissen die voor de betreffende persoon de grens van veiligheid en geborgenheid overschrijden. Zeker als er sprake is van een diagnose zijn er niet zelden botsingen met de omgeving, zoals op school, thuis, met vrienden en in de maatschappij en is er vaak sprake van stapeling van trauma.

    Als we vanuit gedragsanalyse kijken dan komt gedrag dus niet zomaar uit de lucht vallen. Gedrag wat niet passend is in de context kan gezien worden als overlevingsgedrag. De persoon doet eigenlijk precies wat deze (onbewust) moet doen. Los van of het acceptabel of wenselijk is. Onze vraag is ook altijd; wat is er in jouw leven geweest of nog gaande waardoor je niet anders kunt dan dit gedrag te laten zien. Niet dat daar altijd een antwoord op is. Als er voorvallen zijn geweest in de periode van taal-spraakontwikkeling, zijn de herinneringen niet cognitief op te halen. Let wel, het ervaren van een trauma is subjectief. Wat voor de een iets onbeduidend is, kan voor de ander zoveel impact hebben dat het functioneren ernstig belemmerd wordt.

    Natuurlijk is er nog veel onderzoek nodig over de relatie tussen DSM classificaties en trauma. Is vroegkinderlijk trauma een van oorzaken voor het krijgen van een diagnose of misschien wel de oorzaak? Van het hele werkveld is bereidheid nodig om verder te kijken dan wat we nu weten over diagnostiek. Er is bijna niets zo ingewikkeld als (het duiden van) menselijk gedrag. Ook veranderen de inzichten over wat er aan de hand is nog al eens.

    De term “minimal brain damage” (MBD) of “minimale hersenbeschadiging” werd bijvoorbeeld in het midden van de vorige eeuw gebruikt voor kinderen die symptomen van leer- en gedragsproblemen vertoonden zonder een duidelijke oorzaak. Men geloofde dat deze problemen het gevolg waren van subtiele schade aan de hersenen, mogelijk veroorzaakt door complicaties tijdens de zwangerschap, de geboorte of in de vroege kindertijd. Het was een vrij brede en vage term die gebruikt werd voor een scala aan neurologische en gedragsmatige symptomen waarvoor geen specifieke diagnose kon worden gesteld vanuit de toenmalige medische kennis. Pas veel later werd autisme als een aparte diagnose algemeen erkend.

    Want wat als over een aantal jaren gaat blijken dat de classificatie een pleister blijkt te zijn over de wond van trauma? Misschien krijgen we het antwoord nu nog niet. Maar gezien de geschiedenis van de duiding van stoornissen en vele internationale ontwikkelingen op het gebied van menselijk gedrag en trauma zou het goed zijn wat ruimte te laten voor nieuwe inzichten.

    Kijken en handelen vanuit trauma doet niemand kwaad. Het gaat om onvoorwaardelijkheid, vriendelijkheid, veiligheid, verbinding en vertrouwen. Accepteren van iemands autonomie, wensen en verlangens. Het herkennen van gedrag als taal. Helaas staat dit vaak haaks op de bejegening bij autisme waarbij toch maar al te vaak, zeker bij jonge kinderen, een gedragsverandering wordt afgedwongen door bijvoorbeeld strakke structuren, prikkelarme omgeving en straffen of belonen.

    Mijn boodschap gaat niet over het afwijzen van classificaties en diagnoses. De kern van mijn boodschap ligt in de oproep tot bewustwording van de dynamische en voortdurende ontwikkeling van de menselijke geest. Zie het als een reflectie op de huidige manier van handelen in de (Jeugd) GGZ. In plaats van te focussen op ‘gelijk hebben’, zouden we onze inspanningen kunnen richten op een vorm van bejegening die de waardigheid en eigenheid van iedere persoon respecteert. Een bejegening die kijkt naar de hele mens achter de diagnose en die erkent dat ieder van ons een veilige plek verdient om te ontwikkelen, te leren en te helen. Ik denk dat we er met z’n allen beter van worden en misschien is dat dan wel “De kunst van het evenwicht”, het thema van deze #AutismeWeek.

  4. Nee, er is geen quick fix bij trauma

    Reacties uitgeschakeld voor Nee, er is geen quick fix bij trauma

    Ik scroll graag af en toe even door mijn Insta-pagina. Het liefst kijk ik naar Doodles. Ik volg namelijk allerlei Dog-fluencers. Ik krijg er een blij gevoel van en soms zijn de filmpjes zo geniaal dat ik zou willen dat ik het bedacht had. Altijd goed voor veel goede stofjes!

    Influencers en het Forer-effect
    Maar wat er ook steeds tussendoor floept, zijn de trauma-influencers. En eerlijk gezegd, vind ik dat behoorlijk kwalijk. Deze influencers doen het voorkomen alsof, als je maar doet wat zij aanbevelen, al je zorgen soms wel binnen een week verdwenen kunnen zijn. En dan denk ik: ‘Fuck it, bullshit…’ Even voor alle duidelijkheid, er is geen quick fix als het om trauma gaat. De illusie van een quick fix kan zelfs schadelijk zijn, omdat het valse hoop geeft en mensen kan afleiden van het werkelijke, vaak moeizame, pad van herstel. En natuurlijk, je herkent je in de beschrijving en het advies dat speciaal voor jou lijkt gemaakt. Maar ook dat is een onderdeel van het psychologische spel van de influencers, en dat heet het Forer-effect. Het Forer-effect laat zien dat mensen vaak persoonlijke betekenis vinden in vage, algemene informatie, alsof het speciaal over hen gaat.

    Trauma
    Als je bewust of onbewust last hebt van de gevolgen van trauma en dit nog steeds je dagelijkse leven beïnvloedt, betekent dit dat er ooit iets in jouw leven is voorgevallen. Soms al in een hele vroege periode van je leven, wat ervoor heeft gezorgd dat je nu nog steeds handelt zoals je doet. Destijds was dit vaak onbewust de strategie die jou de meeste kans op overleven bood. Dit betekent dat het gedrag heel diep geworteld is in je brein. Omdat het om overleven gaat, laat dit gedrag zich niet zomaar met een drankje, een paar ademhalingsoefeningen, mindfulness of wat dan ook wegpoetsen. Dus mensen, laat je niets wijsmaken.

    Bewustwording
    Als je echt last hebt van je traumapatronen, van stress en allerlei chronische, fysieke klachten, dat je altijd maar ‘aan’ staat, hooggevoelig of conflictgevoelig bent, dan kan een eerste stap het vergaren van kennis over de interne processen die bij trauma horen zijn. Het kunnen herkennen van je eigen patronen en het erkennen dat het is zoals het is, kan je helpen om meer te anticiperen op toekomstig gedrag. Je kunt meer regie ervaren, je grenzen beter stellen en bewaken. Zeker als de voorvallen in een onbewuste periode plaatsvonden, toen je nog niet volledig cognitief bewust was, heb je echt je lichaam ook nodig om je beter te voelen, en niet alleen een wekelijkse praatsessie. En zelfs in die periode dat het heel goed met je gaat, dat je leven goed op de rit hebt, alles gaat zoals het moet gaan en je zielsgelukkig bent, kan op het moment dat er een live event plaatsvindt en je even in de knel komt, je oude gedrag weer opduiken. Dus er blijft altijd een soort van latente dreiging. En als je even niet oplet, kan het je weer meesleuren.

    Zelfzorg
    Dus wat je hiervoor nodig hebt, is niet alleen je gevoel en je lichaam, maar ook een stukje cognitie, zodat je gefocust kunt blijven. Ondanks de complexiteit van ons brein, is er één eenvoudig feit: onder stress functioneert ons denkende brein niet zo goed. Dit betekent dat, als je je cognitie wilt blijven gebruiken, je zoveel mogelijk stressverminderende interventies bij jezelf zou moeten toepassen. Dus daarbij hoort dan ook een soort zelfonderzoek. Vraag jezelf af: wat levert jou stress op en waar word je blij en ontspannen van? Je zult merken dat het bijna altijd iets is wat je alleen kunt doen en wat voor jou persoonlijk werkt. Veelgehoorde activiteiten zijn yoga, wandelen, spelen met de hond, muziek maken, lezen, schrijven, borduren, knutselen, timmeren, handwerken, naar de sauna gaan, massages, slapen en Netflix kijken. En dan kan daar ook ademhalingsregulatie bij horen, als dit voor jou werkt, of ‘het sapje*’, als dat voor jou werkt. Als je van jezelf weet dat je erg kwetsbaar en gevoelig bent voor stress, dan kan kennis en zelfonderzoek je helpen andere keuzes te maken en hieraan prioriteit te geven. Soms is het levenslang hard werken. En nogmaals, er is geen snelle oplossing; laat je niets wijsmaken, maar zorg dat je begrijpt wat er in jouw systeem, voor jou persoonlijk, gebeurt en wat voor jou werkt.

    Voorzichtig
    En kleine maar belangrijke noot: wees voorzichtig met supplementen die door influencers worden aangeboden. Er zijn slechts enkele supplementen waarvan de werking en bijwerkingen zorgvuldig en op de lange termijn zijn onderzocht. Vooral in combinatie met medicijnen kan dit erg gevaarlijk zijn.

  5. HANDREIKING SUÏCIDEPREVENTIE BIJ JONGEREN MET AUTISME

    Reacties uitgeschakeld voor HANDREIKING SUÏCIDEPREVENTIE BIJ JONGEREN MET AUTISME

    EEN AANVULLING OP DE LEIDRAAD SUÏCIDEPREVENTIE BIJ JONGEREN

    Ben je professional in de zorgsector en werk je met jongeren dan, krijgt je soms te maken met suïcidaliteit. Dit heeft impact op zowel persoonlijk als professioneel niveau. Je kunt als professional rondlopen met vragen zoals: Hoe begin ik een gesprek over suïcidaliteit? Wat is de beste aanpak? En wat als een jongere geen hulp zoekt?

    Op deze pagina vind je antwoorden op deze en meer vragen, evenals nuttige doorverwijzingen. Er wordt een overzicht geboden van de beschikbare middelen en kennis op het gebied van suïcidaliteit en preventie onder jongeren.

    Ik mocht mee werken aan deze handreiking en daarnaast zijn mijn collega Saskia en ik ook bezig met een uitvoerige reader over het in verbinding blijven bij suicidaliteit, speciaal voor ouders. Dit doen wij in opdracht van Netwerk Beter Samen die ook de trainingen over dit belangrijke onderwerp faciliteert. Meer info: https://netwerkbetersamen.nl/in-verbinding-bij-suicidaal-gedachten/


  6. De Mythe van de test

    Reacties uitgeschakeld voor De Mythe van de test

    In de wereld van geestelijke gezondheid lijkt het vaak alsof we met een paar klikken op het internet alles over onszelf kunnen uitvinden. “Heb ik ADHD?”, “Ben ik autistisch?”, “Ben ik depressief?” – dit soort vragen zien we overal. Je komt online testjes tegen die zeggen dat ze je meteen kunnen vertellen wat er met je aan de hand is. Maar je bent meer dan een test-uitslag.

    Lees daarom het onderstaande artikel van PsychoseNet

  7. Redden of steuntje in de rug?

    Reacties uitgeschakeld voor Redden of steuntje in de rug?

    Ingrid en ik maken iedere ochtend een wandeling van zo’n 3,5 kilometer naar een restaurantje bij de haven om te ontbijten. Het pad voert hoog langs een ruige kustlijn. Beneden ons is het steil en vol met rotsen. Om de paar 100 meter zien we een reddingsboei, vastgemaakt aan een paal. Stuk voor stuk staan de palen met boeien op plekken die nagenoeg onbereikbaar zijn. Het lijkt ons een onmogelijke klus om vanaf het pad een boei te bereiken en dan nog naar de zee te brengen mocht dit nodig zijn. 

    Ook in het dagelijks leven zijn er soms situaties waarin we behoefte hebben aan een steuntje in de rug. Soms is dit de behoefte aan praktische hulp en soms aan mentale ondersteuning. Maar hoe vind je dan de juiste hulp? En wat is voor jou juiste hulp? Wat als je niet weet waar je de hulp kunt vinden? Of als de hulp niet passend is maar omdat je nu eenmaal onder een bepaalde regeling valt geen keuze hebt? Of dat je op een lange wachtlijst komt. Ook kun je overstelpt worden door hulp, als dat meer is dan je kunt verwerken of misschien wel wilt. Dit kan zijn in een gedwongen kader maar ook als mensen om ons heen goedbedoeld hulp aanbieden zonder echt te begrijpen wat we nodig hebben. 

    En als je hulpverlener bent is het ook niet makkelijk als jouw goede bedoelingen afgewezen worden of zelfs weerstand oproepen. 

    De canadese Heather Plett introduceerde in 2015 het begrip Holding space[1] via een blog “What it means to ‘hold space’ for people, plus eight tips on how to do it well”. Deze blogpost, waarin ze haar ervaringen en inzichten deelde over het ondersteunen van anderen zonder oordeel en met volledige aanwezigheid, raakte een snaar bij velen en verspreidde zich snel online. Sindsdien is het concept van ‘holding space’ steeds populairder geworden, zowel binnen als buiten professionele hulpverlening en coaching, en wordt het erkend als een belangrijke vaardigheid in persoonlijke ontwikkeling, therapie, onderwijs, en leiderschap.

    ‘Holding space’ betekent het zonder oordeel bieden van emotionele of fysieke ruimte aan iemand. Het geeft ruimte waarin iemand zich veilig voelt om zijn of haar gevoelens en gedachten te uiten. De nadruk ligt meer op het aanwezig zijn dan op het doen. Het is een manier van ondersteunen die respect toont voor de autonomie van de ander en diens vermogen om zelf beslissingen te nemen. ‘Holding space’ is vooral belangrijk in situaties waarin directe hulp niet mogelijk of gewenst is, maar waar de aanwezigheid van een ondersteunende, begripvolle persoon op zichzelf waardevol kan zijn. Door ‘holding space’ te integreren in de de hulpverlening, zorgen we voor een  omgeving waarin mensen zich gehoord en ondersteund voelen, zelfs als hun problemen niet onmiddellijk oplosbaar zijn. 

    Heather Plett schreef het boek The Art of Holding Space: A Practice of Love, Liberation, and Leadership[2]. Mayke Smit verzorgde de Nederlandse vertaling. https://www.maykesmit.nl/boeken-mayke-smit/


    [1] https://heatherplett.com/2015/03/hold-space/

    [2] Plett, H. (2020). The Art of Holding Space: A Practice of Love, Liberation, and Leadership. Page.

  8. In het moment leven

    Reacties uitgeschakeld voor In het moment leven

    Om in alle rust aan het tweede boek van Marjon en mij te kunnen werken, heb ik als schrijfverblijf twee maanden voor het prachtige Lanzarote gekozen. Een paar dagen terug nam ik me voor iets te doen wat velen van ons willen: helemaal in het moment zijn.

    Ik zocht een mooi plekje uit op een rotsblok bij de zee, met mijn ogen gericht op een simpel vissersbootje. Het leek zo makkelijk: gewoon mijn aandacht bij dat bootje houden en echt in het nu zijn. Maar mijn pogingen om mindful te zijn, werden snel ingewikkeld. Zodra de visser iets ving, dwaalden mijn gedachten af met allerlei vragen. Wat vangt hij? Voor wie? Het lijkt misschien niks bijzonders, maar het zegt veel over hoe ons brein werkt.

    Ons brein is erop gericht ons veilig te houden, door constant onze omgeving in de gaten te houden. Vooral als je onveiligheid hebt meegemaakt, ben je altijd op je hoede. Dit maakt het lastig om mindful te zijn, omdat je je dan bewust moet blijven focussen.

    Mijn ervaring op Lanzarote liet me weer eens zien hoe moeilijk het is om in het moment te zijn, met alle afleidingen die mijn brein bedenkt. Door mijn gedachten te analyseren en zonder te oordelen te observeren (en ja, ook de zon en prachtige omgeving hielpen mee), kon ik toch genieten van het moment. Ik weet dat ik nog niet lang helemaal in het nu kan zijn, maar met oefening, geduld en compassie voor mezelf, zal ik steeds meer van die momenten ervaren. Hier op Lanzarote, en straks weer thuis in Nederland.

    Hoe goed lukt het jou om echt in het hier en nu te leven?

    Ingrid de Jong

  9. Gevederde vriendjes

    Reacties uitgeschakeld voor Gevederde vriendjes

    Tijdens ons schrijfverblijf op een zonnig eiland raken Ingrid en ik gefascineerd door de groene grasparkietjes die een paar keer per dag op de rand van ons balkon landen om pistache nootjes te snoepen. Al gauw herkennen we ze aan hun verenkleed maar nog meer aan hun gedragingen en sparren we over wat we zien gebeuren. Het is echt bijzonder om van dichtbij te zien welke strategieen parkieten hanteren om hun behoeftes te vervullen. Indrukwekkend hoe ze als “persoontje” zijn maar ook hoe ze functioneren in deze kleine sociale context. Ze doen eigenlijk helemaal niet zo anders als dat wij mensen ook doen.

    We raken maar niet uitgekeken en hebben een grote voorraad aan nootjes ingeslagen om het gedrag te kunnen blijven observeren. We blijven tenslotte gedragsanalisten!

    Bella is een schuchter klein vrouwtje dat iedere keer weer achter in de rij aansluit en andere parkietjes voor laat gaan. Zelfs als er een laatkomer komt landen doet ze al een paar pasjes achteruit. Pas als de meesten zijn vertrokken durft ze dichterbij te komen en haar nootjes te halen. Als het een mens was geweest zou je kunnen zeggen dat ze zichzelf niet belangrijk genoeg vindt om haar plek in te nemen of misschien de vaardigheden mist om voor zichzelf op te komen waar door ze zomaar een speelbal van haar omgeving zou kunnen worden.

    Bruutje mist zijn linker pootje maar houdt zich meer dan goed staande. Te goed want hij is erg agressief naar zijn mede parkieten en hoewel hij de nootjes erg waardeert kwettert hij ook aanvallend naar ons. Bruutje heeft vast ooit veel pijn gehad toen hij zijn pootje verloor en als hij daarbij heeft moeten vechten voor zijn leven snappen wij goed dat hij de wereld als een vijandige plek ervaart. Als je zo’n trauma hebt meegemaakt dan verlies je al heel snel het vertrouwen in je omgeving en kun je zelfs goed bedoelde nootjes maar nauwelijks aannemen. Bruutjes agressie is zijn boze buitenkant tegen verdere kwetsingen. We blijiven hem rustig zijn nootjes aanbieden hoe boos hij ook kwettert en het lijkt alsof hij al een heel klein beetje toenadering zoekt. 

    Eddie is een lief parkietje. Hij komt vol vertrouwen op onze handen zitten en pakt een nootje aan. Het opeten doet hij op de balkonrand maar zodra hij het nootje in zijn pootje pakt laat hij zich het keer op keer afpakken door de wat brutalere jongens en meisjes. We zien een interessante paradox tussen vertrouwen en het gebrek aan het bewaken van zijn grenzen. Wel mooi dat hij steeds weer open blijft staan voor het verbinden, ondanks dat hij er zelf iedere keer bij inschiet. Blijkbaar heeft toch het vertrouwen steeds weer een nootje te krijgen de overhand. Maar wat als de nootjes schaars worden? Heeft hij dan de vaardigheid voor zichzelf op te komen? 

    Mow is een nieuwkomer. Hij is wat kleiner dan de rest. Misschien nog jong. Hij oogt aarzelend en schuchter. Na een paar dagen pakt hij wel het nootje aan maar weet niet goed wat hij er mee moet. Hij blijft wat heen en weer wippen met het nootje in zijn bek. Het is zowel aandoenlijk als leerzaam om te zien hoe hij worstelt met het concept van het eten van de nootjes op de ‘juiste’ manier. Hij heeft al geprobeerd om het neer te leggen maar dan pikt een ander parkietje het af. De truc is om het nootje in zijn pootje te houden en dan af te knabbelen, net zoals de anderen dat meestal doen. We vinden het echt zo leuk om te zien dat hij heel aandachtig naar de anderen kijkt en af en toe een onhandige poging doet om zijn pootje op te tillen. Hij heeft de vaardigheden nog niet. Maar we weten zeker dat hij deze gaat ontwikkelen door het gedrag van anderen te observeren. Blijft wel de vraag het gedrag van wie. Bruutje lijkt ons niet het beste voorbeeld voor Mow.

    Geesje neemt het nootje niet aan. Komt eigenlijk alleen maar kijken. Durft ze niet? Is er iets wat haar weerhoudt? Heeft ze geen vertrouwen meer in goedheid? Angst voor het onbekende of een gebrek aan zelfvertrouwen? 
    Mag ze niet? Is er misschien een sociale hiërarchie of sociale druk binnen deze kleine parkietengemeenschap die wij niet gezien hebben of we misschien helemaal niet kunnen zien omdat we er te weinig van af weten? 
    Kan ze niet? Zijn er misschien beperkingen? Voelt ze zich niet lekker of snapt ze nog niet goed wat er gebeurt op ons balkonnetje? 
    Hoeft ze niet? Misschien heeft ze een ander adresje voor lekkers en komt ze gewoon voor de gezelligheid. Achter gedrag zit altijd een bepaalde motivatie. Gedrag is taal. Ook bij parkietjes.

    Gijs, onze ongecompliceerde gevederde vriend, kiest voor een grappige directe benadering. Hij komt aanvliegen, slaat het balkonrandje over en komt gewoon naast je zitten om vervolgens bedelend te kwetteren om een nootje. Natuurlijk met een schuin kopje en glimmende oogjes. Gijs komt goed voor zijn belangen op en steekt het assertief in. Zijn communicatie is luid en duidelijk. We kunnen beiden niet om zijn charmes heen. Gijs heeft ons in zijn zak. Zijn gedrag zet ons echter ook aan het denken over de dunne lijn tussen assertiviteit en opdringerigheid. We kunnen ons voorstellen dat het gedrag van iemand “met de neus vooraan” en op die op zijn wenken bediend wil worden irritatie en conflicten oproept. Maar eens kijken wat we over een weekje van zijn gedrag zijn gaan vinden. 

  10. Geheimpje…..

    Reacties uitgeschakeld voor Geheimpje…..

    Het is eigenlijk nog geheim maar we willen toch al iets verklappen omdat we zelf te enthousiast zijn om het voor ons te houden.

    Er komen binnenkort weer 2 boeken van ons aan.

    Na ‘Onuitwisbaar, acceptatie van (micro)trauma in ons leven’ zijn we al bijna klaar met een boek over suicidaliteit. Een zwaar thema maar zo belangrijk. De titel is ‘(on)Omkeerbaar, in verbinding blijven bij suïcidale gedachten’. Ik schrijf dit boek met Saskia Schipper, moeder van Wouter. Wouter heeft in de zomer van 2022 een einde aan zijn leven gemaakt. Het bijzondere aan dit boek dat de inhoud tot stand is gekomen door inbreng van ouders met een kind dat kampt met suicidaiteit en een aantal ervaringsdeskundige jongeren. Even geen protocollen en lijstjes met wat te doen, maar informatie over wat er volgens de echte deskundigen nodig is. Ook ons boek geeft geen pasklare oplossing. We hopen wel dat het meer inzicht geeft en professionals maar ook ouders kan steunen in de ingewikkeldheid van suicidaliteit. Het boek is ontstaan naar aanleiding van een training voor Netwerk Beter Samen over suicidaliteit. Meer info over deze training vind je op de site van NBS

    Het andere boek waar Ingrid de Jong en ik aan schrijven is ‘Onuitstaanbaar, acceptatie van (micro)trauma in onze relaties’. Dit boek kun je zien als een vervolg op Onuitwisbaar. In Onuitwisbaar wordt de langdurige impact van trauma en de invloed ervan op het leven uitgediept. Het boek belicht hoe vroegkinderlijk trauma, zoals misbruik, verwaarlozing en getuigenis van huiselijk geweld maar ook de onbewust ervaren trauma’s, diepe emotionele littekens kunnen achterlaten die onze relaties en zelfbeeld beïnvloeden.

    In Onuitstaanbaar leggen wij uit hoe dergelijke ervaringen leiden tot onveilige hechtingsstijlen, resulterend in volwassenen die moeite hebben met het opbouwen van vertrouwensvolle verbindingen. In Onuitstaanbaar bespreken we ook het fenomeen van herbeleving van trauma in volwassen relaties, wat kan leiden tot hertraumatisering en schadelijke relatiepatronen. Daarnaast wordt de impact van vroegkinderlijk trauma op zelfbeeld en eigenwaarde genoemd, waarbij gevoelens van schaamte en lage zelfwaardering kunnen leiden tot moeilijkheden in het stellen van gezonde grenzen.

    Wil je alvast beginnen met het verkennen van de impact rond trauma lees dan:

  11. Perfectionisme als overlevingsgedrag

    Reacties uitgeschakeld voor Perfectionisme als overlevingsgedrag

    Perfectionisme, vaak omschreven als het streven naar volmaaktheid, kenmerkt zich door het hebben van te hoge normen die buiten het bereik of redelijkheid liggen. Dit streven, meestal gedreven door de bewuste of onbewuste angst voor falen, heeft invloed op iemands leven en relaties. Hoewel sommigen perfectionisme als positief beschouwen vanwege de hoge standaard die het stelt, brengt het ook nadelen met zich mee zoals chronische stress, depressie, en relatieproblemen. Perfectionisme wordt vaak ontwikkeld als overlevingsstrategie, een manier om controle over het leven terug te pakken en te beschermen tegen negatieve gevoelens en kritiek. Deze neiging kan voortkomen uit vroegkinderlijke trauma’s en de drang naar perfectie, immers, pas als je heel erg goed je best doet ben je “goed genoeg”.

    Het onderscheid tussen gezonde prestatiegerichtheid en perfectionisme is vooral merkbaar in de reactie op falen en kritiek. Waar gezonde prestatiegerichte personen fouten zien als leermomenten, voelen perfectionisten een diepe angst voor afkeuring en zijn zelden tevreden met hun werk, wat vaak leidt tot uitstelgedrag en besluiteloosheid. De samenleving en culturele normen versterken dit streven naar perfectie, waarbij kinderen al op jonge leeftijd moeten voldoen aan hoge verwachtingen door ouders, omgeving en onderwijs en hierbij worden afgerekend op hun prestaties. Kritiek van ouders, leraren, en anderen speelt een hele grote rol in het ontwikkelen van perfectionisme. Dit resulteert vaak in een diepgeworteld gevoel van niet goed genoeg zijn.

    De Canadese psycholoog Gordon Flett identificeert drie stijlen van perfectionisme:

    Allereerst is er de zogenaamde zelfpromotiestijl, waarbij de perfectionist anderen probeert te imponeren door op te scheppen over zijn of haar prestaties. Deze vorm is gemakkelijk te herkennen omdat ze anderen vaak irriteren.

    Het tweede type vermijdt situaties waarin ze kunnen falen.

    Het derde type vermijdt die situaties niet, maar houdt gemaakte fouten wel voor zichzelf.

    Daarnaast worden drie categorieën van perfectionisme onderscheiden: gericht zijn op jezelf, op anderen, en sociaal voorgeschreven perfectionisme. Elk van deze heeft specifieke kenmerken en kan leiden tot een reeks psychologische problemen, waaronder een laag zelfbeeld, intolerantie, eenzaamheid, en sociale angst. De maatschappelijke druk om perfect te zijn wordt verder versterkt door sociale media en het ideaalbeeld dat door beroemdheden en influencers wordt getoond.

    Om inzicht te krijgen in jouw neiging tot perfectionisme en de mogelijke gevolgen ervan, kun je onze perfectionisme test van TraumaTrainingen maken. Deze test kan helpen bij het ontdekken van persoonlijke perfectionistische neigingen en biedt een startpunt voor het ontwikkelen van een gezondere omgang met prestaties en zelfwaardering.

    Meer weten over trauma en de impact? Kijk dan op onze site www.traumatrainingen.nl en voel je welkom op één van onze trainingen. We starten weer met TraumaTrainingen Level 1 in april. Aanmelden kan nog. Omdat we de groepen klein en veilig houden geldt vol = vol

    www.traumatrainingen.nl

    Flett, G. L., & Hewitt, P. L. (2002). Perfectionism – Theory, Research and Treatment. American Psychological Association.

    TEST PERFECTIONISME

  12. 2 april Wereld Autisme Dag…. een stukje geschiedenis….

    Reacties uitgeschakeld voor 2 april Wereld Autisme Dag…. een stukje geschiedenis….

    Het begint echt een traditie te worden. Ieder jaar post ik rond Wereld Autisme Dag een blog met de geschiedenis van autisme. Nu wat vroeger omdat dan nog rekening gehouden kan worden met uitingen en de hoop dat de puzzelstukjes nu eindelijk echt gaan verdwijnen. Natuurlijk is het goed al die aandacht voor autisme en ik geef in die week zelf ook een aantal lezingen.

    Toch met een kleine kanttekening en een stukje geschiedenis.

    Op Wereld Autisme Dag worden opvallende gebouwen opnieuw blauw gekleurd en verspreiden we breedvoerige voorlichting over autisme, vaak vergezeld van het bekende puzzelstuklintje in aankondigingen en presentaties. Het puzzelstukje is het alom bekende symbool voor autisme. Maar voordat we onze goede bedoelingen in de schijnwerpers zetten, is het belangrijk om een moment te nemen om de geschiedenis en achtergrond beter te begrijpen. 

    Het symbool van het puzzelstukje bij autisme vindt zijn oorsprong bij de Britse organisatie National Autistic Society, die het voor het eerst introduceerde in 1963. De organisatie zag autisme destijds als een “raadselachtige” aandoening en koos daarom voor een puzzelstukje als logo. Op dat puzzelstukje stond een afbeelding van een huilend kind, wat de perceptie versterkte dat autisme een tragische aandoening was die voornamelijk kinderen trof.

     

    In 1999 introduceerde de Autism Society of America het puzzelstukjes lint als symbool van autisme-bewustzijn. De Autism Society benadrukte dat “het patroon van het puzzelstuk de complexiteit van het autismespectrum weerspiegelt. De verschillende kleuren en vormen symboliseren de diversiteit van mensen en gezinnen die leven met deze aandoening. De helderheid van het lint staat voor hoop, de hoop dat mensen met autisme dankzij vroege interventie, toegang tot geschikte diensten en ondersteuning een vervuld leven kunnen leiden en op hun eigen voorwaarden met de wereld kunnen communiceren.”

    Tegenwoordig is het puzzelstukje het meest herkenbare symbool geworden, vooral dankzij de inspanningen van de organisatie Autism Speaks. Sinds de oprichting van deze organisatie in 2005 heeft zij het puzzelstukje-logo gebruikt om autisme-bewustzijn te verspreiden. Het logo van het puzzelstukje blijft prominent aanwezig op de website van Autism Speaks, in hun advertenties en aankondigingen van diensten.

    Autism Speaks verklaart: “Het blauwe puzzelstukje van Autism Speaks heeft een enorme impact gehad op het vergroten van het bewustzijn van autisme over de hele wereld, en daarom geloven we dat het nog steeds een waardig en effectief logo is. Het vertegenwoordigt het zoeken naar antwoorden die zullen leiden tot meer begrip en acceptatie van mensen in het autismespectrum, naar hun uiteenlopende uitdagingen, capaciteiten en sterke punten.”

    Met betrekking tot “de zoektocht naar antwoorden” verwijst Autism Speaks naar het streven naar geneeswijzen en behandelingen. In het verleden heeft Autism Speaks autisme aangeduid als een ziekte en heeft uitspraken gedaan als: “Deze ziekte heeft onze kinderen weggenomen. Het is tijd om ze terug te krijgen.” Ook heeft de organisatie mensen met autisme als “lasten” en “tragedies” betiteld, en autisme als een “epidemie” bestempeld. Het grootste deel van de budgetten van Autism Speaks gaat naar onderzoek naar het genezen van autisme, in plaats van naar hulp voor mensen met autisme.

    Maar dan….

    Wereldwijd verwerpen veel mensen met autisme het symbool van het puzzelstuk om meerdere redenen, maar de belangrijkste redenen zijn dat het infantiliseert, dat het het idee bevordert dat mensen met autisme onvolledig zijn of puzzelstukjes missen, en dat het autisme ziet als een ziekte die moet worden “behandeld” of worden “genezen”.

    De primaire kleuren van het autisme-bewustzijnslint ondersteunen de misvatting dat autisme iets is dat alleen in de kindertijd voorkomt, waardoor volwassenen met autisme grotendeels worden genegeerd in de discussie over autisme. Het symbool van het puzzelstuk draagt mantra’s zoals “Tot alle stukken passen” of “Tot de puzzel compleet is”, wat impliceert dat er een antwoord, behandeling of remedie voor autisme zou zijn. Het puzzelstukje suggereert dat mensen met autisme niet goed zijn of iets “missen” in hun hersenen.

    Uit protest tegen het gebruik van het puzzelstuksymbool voor autisme, zeggen mensen met autisme: “Mensen, geen puzzels”, “Ik ben geen ontbrekend onderdeel”, en een veelvoorkomend gezegde: “Niets over ons zonder ons”.

    Een meer autisme-positief symbool is de regenboog-oneindigheid voor neurodiversiteit, gemaakt door Judy Singer, die ook de term neurodiversiteit bedacht.

    Het regenboogsymbool voor neurodiversiteit biedt een positiever en inclusiever alternatief voor het puzzelstuksymbool. Het benadrukt de waarde van neurodiversiteit en viert de unieke perspectieven en talenten van mensen met autisme en andere neurodivergente eigenschappen. Dus, als je wilt bijdragen aan het bevorderen van een meer inclusieve en positieve benadering van autisme-bewustzijn, is het gebruik van het regenboogsymbool een goede en respectvolle keuze!

     Jasper Wagteveld is ambassadeur van “Nothing about us without us”.

    Uitleg

    Wat is neurodiversiteit?

    Neurodiversiteit omvat de diverse variaties in het functioneren van onze hersenen, wat resulteert in een breed scala aan neurocognitieve vermogens en manieren van denken, leren, waarnemen en interpreteren. Het is belangrijk op te merken dat neurodiversiteit geen eigenschap van een individu is, maar eerder een erkenning van de natuurlijke variatie binnen de menselijke geest. Net zoals biodiversiteit, culturele diversiteit en raciale diversiteit, benadrukt neurodiversiteit de waarde van deze verschillen in het begrijpen van de menselijke ervaring.

    Wat betekent het om neurodivergent te zijn?

    Neurodivergentie is een breed begrip dat verwijst naar het afwijken van de dominante normen van het neurocognitieve functioneren in de samenleving. Dit kan verschillende neurologische kenmerken omvatten, zoals die bij autisme, ADHD, dyslexie, dyscalculie, obsessief-compulsieve stoornis, epilepsie of het syndroom van Down. Het betekent niet alleen maar autistisch zijn, maar eerder het hebben van een neurologische diversiteit die niet overeenkomt met de algemene normen.

    Wat betekent neurotypisch?

    Neurotypisch wordt gebruikt om individuen te beschrijven wiens neurologisch functioneren overeenkomt met de dominante maatschappelijke normen. Het is belangrijk op te merken dat neurotypisch zijn niet noodzakelijk synoniem is met niet-autistisch zijn, maar het verwijst naar het gedrag en denken dat als ‘normaal’ wordt beschouwd binnen een samenleving.

    Neurodiversiteit en de visie op autisme

    Neurodiversiteit heeft de laatste jaren aan populariteit gewonnen, vooral onder mensen met autisme, omdat het een alternatief perspectief biedt op het begrijpen van autisme en andere neurodivergente eigenschappen. Voorstanders van het neurodiversiteitsmodel zien autisme niet als een stoornis die gecorrigeerd of genezen moet worden, maar eerder als een natuurlijke variatie in menselijke cognitieve vermogens. Ze pleiten voor respect, acceptatie en inclusie van neurodivergente individuen in de maatschappij, in plaats van te streven naar assimilatie in de neurotypische norm.

    Het idee van neurodiversiteit impliceert niet noodzakelijk een afwijzing van de diagnose autisme, maar eerder een kritische kijk op hoe deze diagnose wordt gebruikt en begrepen in de samenleving. Het kan mensen met autisme helpen om hun eigen identiteit te omarmen en zich te richten op hun unieke bijdragen aan de maatschappij, terwijl ze ook erkenning krijgen voor de uitdagingen die ze kunnen tegenkomen.

    Dit standpunt wordt ondersteund door socioloog Judy Singer, die in 1999 betoogde dat autisme moet worden gezien als een menselijke variatie die wordt gewaardeerd en geaccepteerd, vergelijkbaar met andere vormen van diversiteit zoals gender en ras. Singer benadrukte het belang van het vermijden van stigmatisering en het erkennen van de waarde van neurodiversiteit in onze samenleving.

    Bron: https://nl.participate-autisme.be/over-autisme/wat-is-autisme/autisme-vormen-soorten/autisme-neurodiversiteit-neurodivergentie